Comienza Ya. Es Gratis
ó regístrate con tu dirección de correo electrónico
Economie por Mind Map: Economie

1. een eigen huis

1.1. klein onderhoud

1.1.1. niet beslist noodzakelijk.

1.2. groot onderhoud

1.2.1. onderhoud waardoor de kwaliteit van een woning behouden blijft

1.3. overdrachtsbelasting

1.3.1. belasting die wordt betaald bij de koop van een woning of gebouw

1.4. Oorspronkelijke staat

1.4.1. de toestand waarin de woning zich bevindt bij het afsluiten van de huurovereenkomst

2. verzekeringen

2.1. inboedelverzekering

2.1.1. Verzekeringen tegen de schade aan de duurzame spullen in een woning of gebouw door inbraak of brand

2.2. assurantiebelasting

2.2.1. belasting die de verzekerde tegelijk met de verzekeringspremie betaalt

2.3. oververzekering

2.3.1. de verzekerde waarde is hoger dan de juiste waarde

2.4. onderverzekering

2.4.1. de verzekerde waarde is lager dan de juiste waarde

3. winsten en omzet

3.1. omzet

3.1.1. de optelsom van inkoopwaarde en brutowinst

3.2. brutowinst

3.2.1. de optelsom van bedrijfskosten en nettowinst

3.3. nettowinst

3.3.1. nettowinst kan stijgen door

3.3.1.1. hogere verkoopprijzen

3.3.1.2. lagere inkoopprijzen

3.3.1.3. succesvolle promotie

3.3.1.4. besparingen op bedrijfskosten

3.4. winkelprijs

3.4.1. bereken brutowinstmarge in procenten

3.4.2. bereken met dit percentage de brutowinstmarge in geld

3.4.3. bereken de verkoopprijs exclusief btw, door de inkoopprijs te verhogen met de brutowinstmarge in geld

3.4.4. bereken de btw als percentage van de verkoopprijs exclusief btw

3.4.5. bereken de winkelprijs door de btw op te tellen bij de verkoopprijs exclusief btw

4. consumeren

4.1. bevredigen van behoeften

4.1.1. de basisbehoeften om gezond te blijven leven

4.1.2. overige behoeften

4.2. producten kopen

4.3. zelfvoorziening

4.4. de natuur

4.4.1. voorziet in natuurschoon en grondstoffen voor productie.

4.5. gebruik van collectieve voorzieningen

4.6. word beperkt door

4.6.1. schaarste in middelen

4.6.1.1. door schaarste moeten consumenten prioriteiten stellen. basisbehoeften hebben meer prioriteit dan de overige behoeften.

4.6.2. schaarste in tijd

5. studie en beroep

5.1. na het vmbo

5.1.1. MBO

5.1.1.1. agrarische bedrijven, visserij en mijnbouw.

5.1.1.2. industrie- en bouwnijverheid

5.1.1.3. commerciële dienstverlening

5.1.1.4. niet-commerciële dienstverlening

5.2. werken

5.2.1. geschoold werk

5.2.1.1. vormen van scholing

5.2.1.1.1. bijscholing voor het omgaan met nieuwe werkmethoden en hulpmiddelen

5.2.1.1.2. omscholing voor geheeld ander werk

5.2.2. ongeschoold werk

5.2.3. afdelingen grotere bedrijven

5.2.3.1. inkoop

5.2.3.2. productie

5.2.3.3. verkoop

5.2.3.4. directie

5.2.3.5. administratie

5.2.3.6. systeembeheer

5.2.3.7. personeel en organisatie