1. Hulpmiddelen/ ondersteuning
1.1. Aangepaste badkamer
1.1.1. Verschillende beugels waar Mevrouw zich aan vast kan pakken
1.1.2. Douchzitje
1.1.3. Verhoogd toilet
1.2. Andere hulpmiddelen
1.2.1. Trippelrolstoel
1.2.2. Rollator
1.2.3. Sta-opstoel in de woonkamer
1.3. Ondersteuning
2. Verleden
2.1. Geboren en getogen in Amsterdam-Noord
2.2. Voor de rest weinig bekend over haar verleden
3. Hulpvragen van Mevrouw de Wit
3.1. Ze wil zich graag kunnen blijven redden in haar appartement
3.2. Haar Parkiet eten blijven geven
3.3. Mee blijven gaan met de uitjes van haar kinderen
3.4. Mee blijven doen met de activiteiten van het verzorgingstehuis
3.5. Hulp bij het verplaatsen in haar appartement met haar rolstoel, rollator etc
4. Ziektebeeld: Parkinson
4.1. Problemen die Mw. ervaart
4.1.1. Valgevaarlijk
4.1.2. Freezing
4.1.3. Tremoren
4.1.4. Maskergelaat
4.1.5. Rolstoel geeft onvoldoende steun, glijdt hierdoor onderuit
4.1.6. Rechter achillespees ontstoken, hierdoor moeite met transfers maken + voortbewegen in de rolstoel is lastig
5. Hobby's
5.1. Voorleesclub
5.2. Bewegen voor ouderen
5.2.1. Activiteiten voor ouderen
5.3. Bingo spelen
5.4. Breien
6. Sociale omgeving
6.1. Haar parkiet waaraan ze erg gehecht is. Het geluid dat de Parkiet maakt vindt ze erg fijn.
6.2. Vrienden
6.2.1. Andere mensen uit het verzorgingstehuis
6.3. Familie
6.3.1. 6 Kinderen
6.3.1.1. Met drie kleinkinderen nog veel contact, met de andere drie nauwelijks tot niet
6.3.2. Man 4 jaar overleden
7. redeneervragen
7.1. biomedisch
7.1.1. Op wat voor momenten is mevrouw het meest bang om te vallen en kan ze het aanvoelen?
7.1.2. Welke hulpmiddelen kunnen we aanbieden om haar mobiliteit te verbeteren?
7.2. fenomenologisch
7.2.1. Op welke manier helpen de uitjes voor mevrouw de wit?
7.2.2. Welke betekenisvolle handelingen kan ze nu nog wel uitvoeren?