1. Spijsverteringsenzymen
1.1. Speekselklieren in de mond
1.1.1. + Amylase
1.2. Maag
1.3. Alvleesklier
1.4. Dunne darm
1.5. Opname darmhaarvaten
2. Bio: Thema 7
2.1. §1 De mens en het milieu
2.1.1. Afhankelijkheid
2.1.1.1. Zuurstof
2.1.1.2. Water
2.1.1.3. Voedsel
2.1.1.4. Grondstoffen
2.1.1.5. Energie
2.1.1.6. Recreatie
2.1.2. Invloed
2.1.2.1. Milieuproblemen
2.1.2.1.1. Vervuiling
2.1.2.1.2. Uitputting
2.1.3. Biodiversiteit
2.1.3.1. Rode Lijst
2.1.3.1.1. Flora- en faunawet
2.2. §6 Voedselproductie
2.2.1. Landbouw
2.2.1.1. Akkerbouw
2.2.1.1.1. Monocultuur
2.2.1.1.2. Mest
2.2.1.2. Veeteelt
2.2.1.2.1. Bio-industrie
2.2.1.2.2. Biologisch
2.2.1.3. Tuinbouw
2.2.1.3.1. Glastuinbouw
2.2.1.3.2. Tuinbouw in de open grond
2.3. §7 Bescherming tegen ziekten en plagen
2.3.1. Chemische bestrijding
2.3.1.1. Hogere opbrengst
2.3.1.2. A-specifiek
2.3.1.3. Niet / heel slecht afbreekbaar
2.3.1.4. Resistentie kan optreden
2.3.1.5. Accumulatie
2.3.1.6. Fungiciden
2.3.1.6.1. Schimmels
2.3.1.7. Herbiciden
2.3.1.7.1. Onkruid
2.3.1.8. Insecticiden
2.3.1.8.1. Insecten
2.3.1.9. Nematiciden
2.3.1.9.1. Nematoden (kleine wormen)
2.3.1.10. Rodenticiden
2.3.1.10.1. Knaagdieren
2.3.2. Biologische bestrijding
2.3.2.1. Natuurlijke vijanden inzetten
2.3.2.2. Lokken met geur
3. §4 Gezonde Voeding
3.1. De schijf van vijf
3.1.1. Groente en fruit
3.1.1.1. Vitamine C
3.1.1.2. Voedingsvezel
3.1.2. Brood, aardappelen, ...
3.1.2.1. Zetmeel
3.1.2.2. Eiwitten
3.1.2.3. Vitaminen
3.1.2.4. Voedingsvezel
3.1.2.5. Mineralen
3.1.3. Melkproducten, vlees, vis, ...
3.1.3.1. Eiwitten
3.1.3.2. Vitaminen
3.1.3.3. Mineralen
3.1.4. Margarine, olie, halvarine
3.1.4.1. Vetten (liefst plantaardig)
3.1.5. Vocht
3.2. Energie
3.2.1. 1 kcal = 4,2 kJ
3.2.2. Langer > meer energie nodig > meer eten
3.2.3. BMI (Body Mass Index)
3.2.3.1. Bepaling voor gewicht
3.2.3.2. kg/m2
4. §5 Nadenken over eten
4.1. Vegetariërs
4.1.1. Eten geen vlees
4.1.1.1. Door geloof
4.1.1.2. Uit respect
4.1.1.3. Voor milieu
4.1.1.4. Om gezondheidsredenen
4.2. Veganisten
4.2.1. Gebruiken geen dierlijke producten
4.2.1.1. Uit respect
4.2.1.2. Voor milieu
5. §1 en §2 Voedsel
5.1. Voedingsmiddel
5.1.1. Dierlijk
5.1.2. Plantaardig
5.2. Voedingsstof
5.2.1. Bouwstof
5.2.1.1. Water
5.2.1.2. Eiwitten
5.2.1.3. Koolhydraten
5.2.1.4. Vetten
5.2.1.5. Mineralen
5.2.1.6. Vitamines
5.2.2. Brandstof
5.2.2.1. Koolhydraten
5.2.2.2. Vetten
5.2.2.3. Eiwitten (eventueel)
5.2.3. Reservestof
5.2.3.1. Vetten
5.2.3.2. Koolhydraten
5.2.4. Beschermende stof
5.2.4.1. Mineralen
5.2.4.2. Vitamines
5.3. Aantonen
5.3.1. Zetmeel
5.3.1.1. Joodoplossing
5.3.2. Glucose
5.3.2.1. Teststrookje
5.3.2.2. Fehling A+B
5.3.3. Eiwitten
5.3.3.1. Biureet A+B
6. §3 Conserveren
6.1. Micro-organismen
6.1.1. Voldoende vocht
6.1.2. Voedsel
6.1.3. Warmte
6.1.4. Zuurstof
6.2. Conserveermethoden
6.2.1. Invriezen
6.2.2. Pasteuriseren
6.2.3. Steriliseren
6.2.4. Vacuüm verpakken
6.2.5. Gasverpakken
6.2.6. Drogen
6.2.7. Doorstralen
6.2.8. Conserveermiddelen toevoegen
6.3. Additieven
6.3.1. Kleurstoffen
6.3.2. Geurstoffen
6.3.3. Smaakstoffen
7. §7 Verteringsstelsel
7.1. Voedingsstoffen opnemen
7.1.1. Verteringssappen
7.1.1.1. Bevatten enzymen
7.1.1.1.1. Laten scheikundige reacties sneller verlopen
7.1.1.2. Speekselklieren
7.1.1.3. Maagsapklieren
7.1.1.4. Lever
7.1.1.5. Alvleesklier
7.1.1.6. Darmsapklieren
7.1.2. Peristaltische beweging
7.1.2.1. Kringspier
7.1.2.2. Lengtespier