1. mensen vooral in zichzelf geïnteresseerd
1.1. hun gevoelens
1.2. hun gezin
1.3. hun vrienden
1.4. hun behoeften
1.5. hun mening
1.6. hun eigendommen
2. hoe met mensen praten
2.1. schrap de woorden ik mij en mijn uit je vocubalaire
3. juiste vragen stellen
3.1. stel open vragen
3.2. vertel eens over....
4. gesprek beginnen
4.1. situatie waarin je verkeert of spreek over de ander
4.2. stel eerst een vraag
5. hoe een gesprek gaande houden
5.1. gebruik bruggetjes
6. hoe mensen innemen?
6.1. lach naar iedereen
7. inleven in anderen
7.1. zeg dat je weet hoe ze zich voelen en dat andere zich ook zo hebben gevoeld
7.2. geef de oplossing
8. inschikkelijk zijn
8.1. stem in met kritiek
8.2. accepteer het recht op een eigen mening
9. iemand gemakkelijk 'ja' laten zeggen
9.1. geef een reden ja te zeggen
9.2. stel alleen ja vragen
9.3. knik met je hoofd tijdens het luisteren
9.4. geef de keus tussen ja en ja
10. een man laten luisteren
10.1. geef één ding tegelijk om na te denken
10.2. geef hem feiten en informatie
10.3. laat hem ook praten
10.4. zet een pokerface op als je luistert
10.5. gebruik directe taal
11. zet negatieve opmerkingen om in positieve
12. de mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreest
13. zich belangrijk voelen
13.1. laat de ander zich belangrijk voelen
13.2. oprecht complimenten geven
13.2.1. over gedrag, uiterlijk of eigendommen
13.2.2. zeg wat je leuk vindt en waarom
13.2.3. begin je zin met de naam van de ander
13.2.4. aanvaart een compliment en zeg waarom
13.3. effectief luisteren
13.3.1. luister actief en koppel dit terug
13.3.2. onderbreek de spreker niet
13.3.3. blijf bij het onderwerp
13.3.4. laat de ander uitpraten
13.3.5. gebruik subtiele aanmoedigingen
13.4. hoe dank je wel zeggen
13.4.1. bedank luid en duidelijk
13.4.2. kijk de persoon aan en raak hem aan
13.4.3. noem de persoon bij de naam
13.4.4. stuur een schriftelijk bedankje
13.5. namen onthouden
13.5.1. herhaal de naam
13.5.2. zet de naam om in een voorwerp
13.5.3. bedenk vervolgens een komische situatie met dat voorwerp
14. natuurwet van wedekerigheid
15. hoe andere boeien in een gesprek
15.1. spreek over dingen die zij willen
15.2. geef aan hoe ze jou oplossingen kunnen gebruiken
16. positief gevoel creëren
16.1. wees positief over jezelf
16.2. wees enthousiast
16.3. bekritiseer niets en niemand
17. een vrouw laten luisteren
17.1. neem deel aan het gesprek
17.2. gebruik gezichtsuitdrukkingen
17.3. vertel persoonlijke details
17.4. spreek indirect, wees niet opdringerig
18. zinloze zinnen
18.1. een soort
18.2. zoiets
18.3. iets dergelijke
18.4. ik zal mijn best doen
18.5. etc.
19. zakelijk
19.1. hoe een verpletterende indruk te maken
19.1.1. stap zonder aarzelen naar binne
19.1.2. geef een stevige rechte handdruk
19.1.3. lach
19.1.4. noem de naam van de ander tweemaal in de eerste 15 seconden
19.1.5. draai je lichaam een kwartslag van de ander af
19.1.6. pak rustig je spullen op als je vertrekt
19.2. met kritiek omgaan
19.2.1. wat zou de ander doen in jouw situatie?
19.3. hoe de telefoon op te nemen
19.3.1. je naam is het laatste woord
19.4. berisping geven
19.4.1. gebruik de sandwich techniek
19.4.2. bekritiseer het gedrag niet de persoon
19.4.3. vraag de ander om hulp
19.4.4. beken dat jij ook wel eens een fout maak en geeft de oplossing
19.4.5. lever de kritiek eenmalig
19.4.6. eindig met een vriendelijke opmerking
19.5. overtuigende toespraak
19.5.1. open met interessante statement anekdote
19.5.2. waarom vertel je dit
19.5.3. noem drie hoofdpunten
19.5.4. en nu?
19.6. visuele informatie presenteren
19.6.1. laat mensen dingen zien en betrek hun erbij
19.6.2. gebruik de truc met de pen
19.7. waar zitten tijdens een gepsrek?
19.7.1. de hoekpositie
19.8. lichaamtaalstrategie
19.8.1. houd je handpalmen open
19.8.2. houd je vingers tegen elkaar
19.8.3. houd de ellebogen naar buiten
19.8.4. bewaar afstand
19.8.5. spiegel lichaamstaal
19.8.6. pas je snelheid aan
19.8.7. geen armen over elkaar
19.8.8. raak de ander bij de elleboog aan
19.8.9. herhaal de naam van de ander
19.8.10. raak je gezicht niet aan