Pasen

1. Beleven

1.1. Verschillende soorten eieren

1.2. Koken/bakken met eieren

1.3. Konijnen en kippen

1.4. Paasbomen

2. Versiering

2.1. Klokken

2.2. Paashazen

2.3. Kippen

2.4. Kuikens

2.5. Eieren

2.6. Palmtakken

3. Palmzondag

3.1. Vasten

3.2. Palmtakken

3.3. De klokken luiden niet

3.4. Einde van het vasten

3.5. Jezus is verrezen

3.6. Christendom

4. Kip

4.1. Eieren

4.1.1. Waar komen ze vandaan?

4.1.2. Hoe?

4.1.3. Klaar maken

4.1.3.1. Omelet

4.1.3.2. Spiegelei

4.1.3.3. Roerei

4.1.3.4. Gekookt ei

4.1.4. Kuikens

4.1.4.1. Nieuw leven

4.1.4.2. Klein

4.1.4.3. Pluizig

4.1.4.4. Geel

4.1.4.5. Piepen

4.1.5. Chocolade

4.1.5.1. Paaseieren

4.1.5.2. Witte

4.1.5.3. Zwarte

4.1.5.4. Bruine

4.1.5.5. Paasmandje maken

4.1.6. Versieren

4.1.6.1. Schilderen

4.1.6.2. Figuren maken

4.1.6.3. Hard gekookte eieren

4.1.6.4. Uitblazen

4.1.7. Verschillende soorten

4.2. Dier

4.2.1. Boerderij

4.2.2. Haan

4.2.3. Hen

4.2.4. Kuiken

4.2.5. Leven samen

4.2.6. Pluimen

4.2.7. Verschillende soorten

4.2.8. Kleuren

4.2.9. Kakelen

4.2.10. Kraaien

4.2.11. Slapen op een stok

4.3. Ei tot kuiken/kip

4.3.1. Wat was er eerst?

4.3.2. Hoe komt een kuiken uit een ei?

4.3.3. Evolutie bespreken