1. Kengetallen
1.1. centrummaten
1.1.1. gemiddelde
1.1.2. mediaan
1.1.3. modus
1.2. spreidingsmaten
1.2.1. spreidingsbreedte (W) of range
1.2.2. Variantie en standaardafwijking
2. Gausscurve
2.1. Voorwaarden
2.1.1. continue variabele
2.1.2. klokvormig (unimodaal)
2.1.3. symmetrisch rond gemiddelde
2.1.4. gemiddelde = modus = mediaan
2.1.5. kans op bepaalde uitkomst zijn gekend
2.2. Vorm van een verdeling
2.2.1. symmetrische verdelingen
2.2.2. scheve verdelingen
2.2.2.1. positieve scheefheid
2.2.2.1.1. gem > modus en mediaan
2.2.2.2. negatieve scheefheid
2.2.2.2.1. gem < modus en mediaan
2.2.3. statistische significantie
2.2.3.1. >1,96 = statistisch significant verschil
2.2.3.2. <1,96 = geen statistisch significant verschil
2.3. Fouten bij toetsing
2.3.1. Type I fout:
2.3.1.1. verwerpen wanneer deze juist is
2.3.2. Type II fout:
2.3.2.1. niet verwerpen als deze niet juist is
3. Vragenlijsten
3.1. doel vragenlijst
3.1.1. verzamelen v informatie
3.1.2. gegevens verwerken
3.2. stappenplan opstellen vragenlijsten
3.2.1. 8 stappen
3.2.1.1. 1: bepaal welke info nodig is
3.2.1.2. 2: welke populaties ondervragen
3.2.1.3. 3: steekproef vaststellen
3.2.1.4. 4: vragenlijst opstellen
3.2.1.5. 5: plan hoe de vragenlijst w verdeeld
3.2.1.6. 6: schrijf introductie
3.2.1.7. 7: beoordeel de validiteit en betrouwbaarheid
3.2.1.8. 8: test de vragenlijst uit
3.3. definitie
3.4. soorten vragenlijsten
3.4.1. zelfgeadministreerde vragenlijst
3.4.2. constructspecifieke vragenlijst
3.4.3. likertschalen
3.4.4. scorelijsten
3.4.5. semantisch differentiaal
3.4.6. visueel analoge schaal
3.4.7. kennistest
3.5. vragen opstellen
3.5.1. KISS
3.5.2. antwoordmogelijkheden
3.6. soorten vragen
3.6.1. feitenvragen
3.6.2. opinievragen
3.7. vraagtypes
3.7.1. open en gesloten vragen
3.7.2. meerkeuzevragen
3.7.3. rangorde vragen
3.7.4. checklist
3.7.5. matrices
3.8. antwoordtendentie
3.8.1. instemmingstendentie
3.8.2. sociale wenselijkheid
3.9. vormgeving van vragenlijsten
3.9.1. kort
3.9.2. introductie = eerste indruk
3.9.3. duidelijk en expliciet aangeven hoe vraag invullen
3.9.4. aantrekkelijke opmaak en lay-out
3.9.5. duidelijk leesbaar lettertype, goede grootte
3.9.6. duidelijke titel
3.10. validiteit en betrouwbaarheid
3.10.1. validiteit
3.10.1.1. indruksvaliditeit
3.10.1.2. inhoudsvaliditeit
3.10.1.3. constructvaliditeit / begripsvaliditeit
3.10.1.4. criteriumvaliditeit
3.10.2. betrouwbaarheid
4. Meetniveaus
4.1. voorbereiding vd gegevens
4.2. meetniveau
4.2.1. nominaal
4.2.2. ordinaal
4.2.3. interval
4.2.4. ratio
4.3. Kwalitatieve vs kwantitatieve variabele
4.3.1. kwalitatieve variabelen
4.3.2. kwantitatieve variabelen
4.4. discreet vs continue variabele
4.4.1. discrete variabelen
4.4.2. continue variabelen
5. voorstellen van gegevens
5.1. voorstellen en samenvatten van gegevens
5.1.1. definities en notaties
5.1.1.1. waarde
5.1.1.1.1. X
5.1.1.1.2. x
5.1.1.2. # waarnemingen
5.1.1.2.1. N
5.1.1.2.2. n
5.1.1.3. waarde v waarnemingen
5.1.1.3.1. X1, X2, X3, ...
5.1.1.3.2. x1, x2, x3, ...
5.1.1.4. absolute frequentie
5.1.1.4.1. f
5.1.1.5. relatieve frequentie
5.1.1.5.1. rf
5.2. Soorten tabellen
5.2.1. frequentietabellen
5.2.2. kruistabellen
5.3. Grafieken en diagrammen
5.3.1. Staaf- of blokdiagram
5.3.2. Taartdiagram
5.3.3. Histogram
5.3.3.1. soms scheurlijn
5.3.4. Spreidingsdiagram of scatterplot
5.3.4.1. soms regressielijn
5.3.5. Boxplot