1. Verbindingen (2.8)
1.1. 1. Vormverbindingen
1.1.1. Een dop op een flesje draaien
1.2. 2. Voorwerpverbindingen
1.3. 3. Materiaalverbindingen
1.3.1. Iets aan elkaar plakken met lijm
2. Eigenschappen van verbindingen (2.8)
2.1. 1. Sterkte
2.1.1. Of iets sterk genoeg is om het niet meer los te maken
2.2. 2. Montage/demontage
2.3. 3. Beweegbaarheid
2.3.1. Wanneer je door die eigenschap iets kunt laten bewegen
3. Bewerkingen van (2.7)
3.1. 1. Vormen
3.1.1. Glasblazen
3.2. 2. Scheiden
3.3. 3. Vervormen
3.4. 4. Verbinden
3.4.1. Iets aan elkaar vast maken
3.5. 5. Eigenschappen veranderen
3.6. 6. Bedekken
4. Eigenschappen (2.2/2.3/2.4)
4.1. 1. Sterkte
4.2. 2. Elastiteit
4.3. 3. Stijfheid
4.3.1. Hoe stijf het materiaal is en hoeveel kracht er nodig is om het kapot te maken
4.4. 4. Hardheid
4.5. 5. Dichtheid
4.6. 6. Milieu
4.7. 7. Aantasting
4.7.1. Waar het materiaal tegen bestand is
4.8. 8. Geleiding
5. Van: Alysha de jong
6. B1Q
7. Soorten (2.6)
7.1. Metaal
7.1.1. Niet-samengesteld
7.1.1.1. Ijzer
7.1.1.1.1. Is een chemisch element wat ook soms staal word genoemd
7.1.1.1.2. Een spoorrails is van ijzer
7.1.1.2. B niet-ijzer
7.1.1.2.1. 1. Koper
7.1.1.2.2. 2. Aluminium
7.1.1.2.3. 3. Goud
7.1.1.2.4. 4. Zilver
7.1.1.2.5. 5. Tin
7.1.1.2.6. 6. Lood
7.1.2. Samengesteldlegeringen
7.1.2.1. 1. Messing
7.1.2.1.1. Een gemengd materiaal van koper en zink
7.1.2.2. 2. Roestvrijstaal
7.1.2.3. 3. Brons
7.1.2.3.1. Een materiaal dat is gemaakt van koper en tin
7.1.2.4. 4. Duraluminium
7.2. Niet-metaal
7.2.1. Niet-samengesteld
7.2.1.1. A gegroeid
7.2.1.1.1. 1. Leer
7.2.1.1.2. 2. Hout
7.2.1.1.3. 3. Katoen
7.2.1.1.4. 4. Wol
7.2.1.2. B niet-gegroeid
7.2.1.2.1. 1. Zand
7.2.1.2.2. 2. Klei
7.2.1.2.3. 3. Natuursteen
7.2.1.3. C kunststoffen
7.2.1.3.1. 1. Thermoplasten
7.2.1.3.2. 2. Elastomeren
7.2.1.3.3. 3. Thermoharders
7.2.2. Samengesteld
7.2.2.1. A
7.2.2.1.1. Lap textiel van wollen draden
7.2.2.2. B
7.2.2.2.1. 1. Papier
7.2.2.2.2. 2. Spaanderplaat
7.2.2.2.3. 3. Gewapend beton
7.2.2.2.4. 4. Glas
7.2.2.2.5. 5. Linoleum