1. Fred het hert
1.1. THEMA
1.1.1. LEVENSVRAGEN
1.1.1.1. ANDERS ZIJN
1.1.1.1.1. waarom draag ik geen schoenen?
1.1.1.1.2. WAAROM woon ik in het bos?
1.1.1.1.3. hij wil anders zijn
1.1.1.2. alleen zijn
1.1.1.2.1. alleen spelen
1.1.1.2.2. alleen zijn in het bos
1.1.1.2.3. alles alleen ontdekken
1.1.2. omgeving
1.1.2.1. bos
1.1.2.2. stad
1.1.3. fantasie
2. Beginsituatie
2.1. 16 kleuters
2.2. 1 kleuter die niet goed Nederlands verstaat
2.2.1. Duidelijke prenten
2.3. in de zithoek
2.3.1. zijn ze stil
2.3.2. komen ze niet aan de doosjes
2.3.3. Niet op de banken staan
2.4. Zowel sterken en zwakke kleuters
2.4.1. Duidelijk praten
2.4.2. Er op letten dat iedereen je begrijpt
2.4.3. Zorg voor verschillende niveaus bij de inleiding
2.5. Thema die week= kleuren
2.5.1. Bijvoorbeeld verschillende kleuren van hoedjes
2.5.2. Stilstaan bij de kleuren van het boek
3. De moed hoed
3.1. THEMA
3.1.1. BANG ZIJN
3.1.1.1. DONKER
3.1.1.2. DIEREN
3.1.1.3. PAPIEREN HOED
3.1.1.4. OPA
3.1.2. vrienden
3.1.2.1. hij geeft ook een moedhoed aan de krokodil en doen dan vanalles samen
3.1.3. Dapper zijn
3.1.4. Grootouders
3.2. speelse inleiding
3.2.1. werken met hoeden
3.2.2. handpoppen: bv krokodil
4. De krokodil die niet van water hield
4.1. Thema
4.2. gaat over
4.2.1. niet mee willen zwemmen met broertjes en zusjes
4.2.2. hij houd van water
4.2.3. wat hij niet durft: overgooien, duiken, onderwater zwemmen, springen, niet alleen zijn
4.2.4. hekel aan water: koud, nat
4.3. einde
4.3.1. niezen
4.3.2. geen krokodil maar draak
4.4. Speelse inleiding
4.4.1. handpoppen