1. basisbehoefte
1.1. erbij horen
1.2. invloed hebben
1.3. persoonlijk contact
2. doelen
2.1. stellen
2.2. bereiken
2.2.1. samenwerken
2.3. behalen
2.4. evaluatie
2.5. feedback
2.5.1. geven
2.5.2. ontvangen
2.5.3. interactie
3. achtergrondinformatie
3.1. beginsituatie
3.1.1. groepsfeer
3.1.2. voorkennis
3.1.3. kunnen
3.2. Bronfenbrenner (1917-2005)
3.2.1. exo
3.2.2. micro
3.2.3. meso
3.2.4. macro
3.2.5. chrono
4. werkvormen
4.1. doceren
4.2. vragen stellen
4.3. discussievormen
4.4. opdrachtsvormen
4.5. spelvormen
4.6. individuele begeleiding
4.7. demonstratie en oefening
5. normen en waarden
5.1. behoefte
5.2. groepsbelang
5.3. respect
6. leerkracht
6.1. leider
6.2. begeleiding
6.3. gedrag Leary (1957)
6.3.1. leidend
6.3.2. helpend
6.3.3. begrijpend
6.3.4. ruimte gevend
6.3.5. ontevreden
6.3.6. onzeker
6.3.7. corrigerend
6.3.8. streng
7. groepsvorming
7.1. forming
7.1.1. kennismaking
7.2. storming
7.2.1. positie bepalen
7.3. norming
7.3.1. doelen en regels vaststellen
7.4. preforming
7.4.1. werken aan groepsdoel
7.5. transforming/exit
7.5.1. einde huidige groep
7.5.1.1. nieuwe groep
8. groepsverband
8.1. verbinding
8.2. klassenklimaat
8.2.1. sfeer
8.3. groepsdynamiek
9. expressieve rollen
9.1. storming
9.2. Belbin (1993)
9.2.1. uitvinder
9.2.2. brononderzoeker
9.2.3. voorzitter
9.2.4. vormer
9.2.5. monitor
9.2.6. groepswerker
9.2.7. bedrijfsman
9.2.8. zorgdrager
9.2.9. specialist
9.3. groepsfuncties
9.3.1. gezagdrager
9.3.2. sociaal werker
9.3.3. machthebber
9.3.4. verkenners
9.3.5. criticus
9.3.6. volgers
9.3.7. joker
9.3.8. appellant
10. conflicten
10.1. oplossing
10.2. ik-boodschap
10.2.1. Gordon (1918-2002)