Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Cultuur Door Mind Map: Cultuur

1. Persoonlijkheid

1.1. Elk individu heeft een unieke reeks genen met bepaalde eigenschappen deze vormen iemand zijn karakter

1.2. Mentale programmering word opgedaan in het gezin, op straat, op school en bij vrienden. Sociale omgeving vormt iemand hoe die word.

1.3. Gedeeltelijk aangeboren / gedeeltelijk aangeleerd

1.4. Persoonlijkheid is alleen voor een individu en is uniek omdat een gedeelte afkomstig is van de genen van je ouders

2. Mentale programmering

2.1. 3 niveaus -Persoonlijkheid -Cultuur -Menselijke natuur

2.1.1. Je leert het in je sociale omgeving: School, thuis, op straat, vrienden

2.2. Het herhaaldelijk overnemen van gewoontes en gedragingen van mensen uit je sociale omgeving

3. Uidiagram

3.1. Symbolen

3.1.1. Kunnen worden vertaald in woorden, gebaren,afbeeldingen of voorwerpen.

3.2. Helden

3.2.1. Personen dood of leven echt of fictief die hoog staan aangeschreven in de samenleving en een voorbeeld zijn

3.3. Rituelen

3.3.1. Handelingen die zich telkens opnieuw herhalen

3.3.2. Om goed met elkaar om te gaan in de samenleving

3.3.3. Begroeten, Huwelijksfeest, Geloof, Eetgewoontes, Regels

3.4. Waarden

3.4.1. -Respect hebben

3.4.2. -Beleefd zijn

3.4.3. -Veiligheid

4. Antropologie

4.1. Kijkt hoe de mens:

4.1.1. Muziek maakt

4.1.2. Onderzoekt

4.1.3. Contact zoekt met het bovennatuurlijke

4.1.4. Schrijft

4.1.5. Zich zelf kleed

4.1.6. Praat

4.1.7. Denkt

4.1.8. Beweegt

5. Referentiekader

5.1. Iemand zijn achtergrond hoe iemand is opgevoed en wat iemand heeft meegemaakt wat zijn emoties hierbij zijn. Je levenservaring bepaald de manier wat je om je heen waarneemt

6. Aangeleerd

6.1. Cultuur word overgedragen door de sociale omgeving

6.2. Aspecten

6.2.1. -Anderen uitlaten prate

6.2.2. -Jezelf voorstellen aan onbekenden

6.2.3. Niet opdringerig zijn

7. Aangeboren

7.1. De genen van de ouders behoren tot de menselijke natuur

7.1.1. -Huidskleur -Kleur ogen -Haargroei

7.2. ieder mens heeft het vermogen om liefde, angst, vreugde, verdriet en boosheid te voelen

7.2.1. Niet elke cultuur mag dit uiten

7.3. Mensen hebben de behoefde contact te maken met anderen.

7.4. Eigenschappen

7.4.1. - Doorzettingsvermogen

7.4.2. Intelligent

7.4.3. Zachtaardig

7.5. Menselijke natuur is universeel : overal ter wereld zijn mensen hetzelfde waar je ook geboren bent of opgegroeid bent. Ieder mens heeft bepaalde aangeboren eigenschappen

7.6. Aspecten

7.6.1. -Rustig karakter

7.6.2. -Zachtmoedig

7.6.2.1. Dit zegt over de persoonlijkheid dat je vriendelijk en beleefd bent goed kunt luisteren en afwachtend bent.

7.6.3. -Verlegen

8. Normen

8.1. (Regels) In de cultuur hebben ze te maken met afspraken tussen mensen waarin ze de cultuur hebben uitgedacht en ontwikkeld. Mensen worden niet met ideeën geboren.

9. Comminicatie

9.1. interculturele comminicatie

9.1.1. Communicatie tussen 2 verschillende culturen daarbij moet de zender de ontvanger de boodschap zo goed mogelijk over brengen zoals hij deze voor ogen had

9.2. Heeft temaken met 2 mensen die contact hebben met elkaar gemaakt 1 is de zender van een andere boodschap de ander is de ontvanger

9.3. Waarneming

9.3.1. wat een camera kan opnemen en een microfoon kan registreren

9.4. Interpretatie

9.4.1. Het geven van een mening van wat je hebt waargenomen van de verbale en non-verbale signalen

9.5. Waarneming en interpretatiefouten

9.5.1. Het is een communicatiestoornis er ontstaat dan een kloof tussen datgene wat de 1 bedoeld en wat de ander eruit begrijpt

9.5.2. Je kunt het voorkomen door goed tekijken en te luisteren gegevens te verzamelen voordat je tot een mening/oordeel komt

9.6. Verbale communicatie

9.6.1. Gesproken taal

9.6.1.1. 30 tot 35 %

9.7. Non-verbale communicatie

9.7.1. Geschreven taal plus afbeeldingen tekens of symbolen

9.7.1.1. 65 tot 70%

9.7.2. -Knipperen ogen - glimlachen - wenkbrauwen fronzen

9.7.2.1. Is effectiever omdat het beter herkenbaar is je maakt gebruik van verschillende vormen van communiceren bijv. handen en gezichtuitsdrukking

10. Subculturen

10.1. Het maakt onderdeel uit van een cultuur in een land of bevolkingsgroep en heeft eigen kenmerken

10.1.1. Ik behoor tot de studenten, jong volwassenen

10.2. Nationale culteren

10.2.1. Nationale culturen bevatten geen homogenen: iedere cultuur bevat ook subculturen met allerlei nuance verschillen

10.3. Cultuur is dynamisch

10.3.1. Het leven veranderd voordurend waardoor opvattingen vaak ook veranderen

10.4. Culturele overeenkomsten

10.4.1. Het belang hiervan is het voorbereiden van een succes volle ontmoeting door te kijken wat de verschillen zijn tussen culturen.. je verdiepen in elkaars culturen en gewoontes om blunders en pijnlijke situaties te verkomen