Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Bijbelfiche Door Mind Map: Bijbelfiche

1. Pluspunten

1.1. De uitspraak wordt in het hedendaagse leven nog veel gebruikt.

1.2. Dit verhaal is een mooi voorbeeld dat je niet altijd groot en sterk moet zijn om iets te winnen. Dat je, ook al ben je klein(er) of zwak(ker) dat je moet doorzetten.

1.3. Iedereen kan zich ermee identificeren.

2. Minpunten

2.1. Er zijn verschillende beschrijvingen over het uiterlijk van Goliath en over zijn harnas.

2.2. Over de plaats waar David Goliath geraakt heeft zijn ook verschillende verklaringen. Ook dit is niet helemaal duidelijk.

2.3. Er bestaan ook twijfels over de tijd waarin Goliath leefde omdat zijn harnas eerder leek op een Griekse wapenrusting uit de 6e eeuw v.Chr. dan een Filistijnse wapenrusting uit de 10e eeuw v.Chr.

2.4. Door te focussen op de psychologische waarde van het verhaal, valt de historische context weg.

3. Levensvragen, wijsheden, levensthema's, symbolieken

3.1. De levensvragen over het feit dat je de grotere / sterkere dingen / personen nooit zal aankunnen omdat je te klein / zwak bent.

3.2. Levensvragen over zelfvertrouwen.

3.3. Wijsheid; "Wie niet sterk is moet slim zijn."

3.4. Dat je jezelf niet mag laten kennen. Als de rest denkt en zegt dat je het niet kan moet jij tonen dat je het wel kan.

3.5. Goliath kan staan voor een metafoor voor het omgaan met angsten, zorgen en problemen die we in het leven tegenkomen. David gaat het "gevaar" tegemoet.

3.6. Het verhaal helpt met uitdagingen en angsten omgaan.

3.7. Goliath kan staan voor iets waar je tegenop ziet. Of een stem in je hoofd die zegt dat je niets kan of dat je niet goed genoeg bent.

3.8. Leren vertrouwen op je eigen talenten.

4. Historische context

4.1. Goliath : Hebreeuws leenwoord : Groot / reusachtig

4.2. "David tegen Goliath" tegenwoordig in situatie waarbij zwakkere / kleinere de sterkere verslaat.

4.3. Goliath daagde het Israëlitische leger uit tot tweegevecht tussen hem en een Israëlitische kampioen i.p.v. een groot gevecht tussen de twee legers. Als Goliath de Israëlitische kampvechter zou verslaan, zouden de Israëlieten zich moeten overgeven en omgekeerd. 40 dagen achtereen spotte Goliath met het Israëlitische leger, omdat niemand het durfde opnemen tegen hemt tegen hem. De 40ste dag bond herdersjongen David de strijd met hem aan, in naam van JHWH en alleen gewapend met een slinger. Hij sloeg Goliath met een steen tegen het voorhoofd. Hierna onthoofde David Goliath met Goliaths zwaard. Het hoofd bracht hij naar Jeruzalem, de wapens naar zijn tent.

4.4. De Hebreeuwse Bijbel beschrijft dat Goliath voorover stortte nadat Davids projectiel hem in het voorhoofd trof. Dit geeft meerdere moeilijkheden. Filistijnse helmen bedekte het voorhoofd, soms ook de neus. Waarom zou David juist daar hebben gemikt en met welke kracht moest hij slingeren om zowel de helm als het dikke voorhoofdsbeen te doordringen? En waarom viel Goliath hierna voorover, nadat hij getroffen was door een projectiel dat zwaar genoeg was om hem tegen te houden? De Britse rabbijn Jonathan Magonet denkt dat het antwoord kan worden gevonden in verwarring tussen de Hebreeuwse woorden מֵ֫צַח (mêṣaḥ, voorhoofd) en מִצְחַת (miṣḥaṯ, scheenplaat), het flexibele deel van de wapenrusting dat het onderbeen beschermde Dat zou erop kunnen duiden dat Davids projectiel achter Goliaths scheenplaat neerkwam toen zijn been gebogen was, waardoor hij zijn been niet meer kon strekken en naar voren viel. Hierna sneed David Goliaths hoofd af en liet allen zien dat hij de reus had gedood.

4.5. In het Christendom, de Islam en het Jodendom is Goliath een bekende figuur. Volgens de Bijbel is Goliath 290 cm lang en kwam hij uit Gat, een plaats in het land van de Filistijnen. David speelde later een belangrijke rol in de Bijbel, Koran en Tenach (Heilige boeken van de drie monotheïstische godsdiensten).

5. Verklarende begrippenlijst

5.1. Tweegevecht : gevecht tussen 2 personen.

5.2. Overgeven : opgeven

5.3. Spotten : uitlachen

5.4. JWHW : Hebreeuwse lettercombinatie. Is in de Hebreeuwse Bijbel de naam van God

5.5. Projectiel : voorwerp

5.6. Rabbijn : joodse geleerde die een expert is op het gebied de joodse wet. Letterlijk betekent rabbijn leraar. De term rabbijn wordt tegenwoordig gebruikt voor de spirituele leider van een synagoge.

5.7. Scheenplaat : beschermstuk van het scheenbeen.

5.8. monotheïstische godsdiensten : het geloof in het bestaan van 1 God.