Hepatitis C

1. Preventie

1.1. Eerste preventive

1.1.1. Geen vaccinatie, risico op hepatitis C proberen vermijden

1.1.2. Handhygiëne, veilig gebruik van injecties, gebruik van condooms, informatie aan gezondheidspersoneel…

1.2. Tweede en derde preventie

1.2.1. Scholing over opties voor behandeling

1.2.2. Vaccin van hepatitis A en B

1.2.3. Vroege medische therapie

1.2.4. Geregeld onderzoek voor vroege diagnosestelling van chronische leverziekte

2. Behandeling

2.1. De standaard behandeling verandert snel. De verschillende behandelingen scoren rond de 95% effectiviteit

2.2. Heeft niet altijd behandeling nodig. Ofwel reageert immuunsysteem van de mens of men krijgt geen leverschade. Wanneer behandeling nodig is, is het doel om het te genezen. Het slagen van de behandeling hangt af van verschillende factoren onderandere. soort virus en de soort behandeling

2.3. Verschillende behandelingen volgens WHO handleidingen. Toegang tot behandeling is aan het verbeteren maar blijft beperkt

3. Symptomen

3.1. Incubatieperiode van 2 weken tot 6 maanden - gevolg door een infectie

3.2. 80% hebben geen symptomen na infectie

3.3. Acuut symptomatisch: Koorts, vermoeidheid, verminderde eetlust, misselijkheid, donkere urine en grijsachtige ontlasting,...

4. Transmissie

4.1. injecterend drugsgebruik door het delen van injectiemateriaal

4.2. het hergebruik of de ontoereikende sterilisatie van medische apparatuur, met name spuiten en naalden in instellingen voor gezondheidszorg

4.3. de transfusie van niet-gescreend bloed en bloedproducten

4.4. Hepatitis C wordt niet verspreid via moedermelk, voedsel, water of bij toevallig contact zoals knuffelen, kussen en het delen van eten of drinken met een besmette persoon.

5. Geographical distribution

5.1. wereldwijd. Vooral Midden-Oosten (2.3%) en Europe (1.5%). Andere Who regio's: tussen 0.5% en 1.0%. kan meer voorkomen in bepaalde groepen

5.2. Bijvoorbeeld drugsgebruik