Communicatie
Door Marieke de Jong-Euverman
1. Vormen van niet-luisteren:
1.1. Niet-luisteren
1.1.1. Onverschillig
1.1.1.1. Ongeïnteresseerd
1.1.2. Oordelend
1.1.2.1. Bevooroordeeld
1.1.3. ik-gericht
1.1.3.1. Egocentrisch
2. Decoderen; Het omzetten van de boodschap als ontvanger
3. Lichaamstaal
3.1. Spiegelen van lichaamstaal
3.2. emotionele besmetting
3.3. invloed lichaamstaal op jezelf
4. Zones van communicatie
4.1. Intieme zone: tot 45 cm
4.2. Persoonlijke zone: 45 tot 120 cm
4.3. Sociale zone: 120 tot 360 cm
4.4. Publieke zone: 360 cm of meer
5. Coderen; Het omzetten van de boodschap als zender
6. Communicatiestoornissen. Zijn niet te verhelpen
6.1. Zintuigelijke beperking
6.2. Lichamelijke beperkingen
6.3. verstandelijke beperkingen
7. Ruis; Alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie verstoren of bemoeilijken
7.1. Externe ruis:
7.2. Interne ruis
8. Interculterele communicatie
8.1. Inter = tussen
8.2. Communicatie tussen personen met verschillende culturen
9. Taalproblemen door anderstaligheid
9.1. Non-verbaal
9.2. Visuele hulpmiddelen
9.3. Tolk (Familie/vrienden, professionele tolk
10. PINTO
10.1. 1. Leer je eigen cultuurgebondenheid
10.2. 2. Leer de cultuur van de ander
10.3. 3. Bepaal hoe je met deze verschillen in normen en waarden omgaat
11. Luisteren
11.1. Bewust en doelgericht:
11.2. 1. Waarnemen
11.3. 2. begrijpen
11.4. 3. selecteren
11.5. 4. verwerken
11.6. van informatie
12. Verbaal; gesproken taal - met woorden
13. Non-verbaal; niet gesproken taal met lichaam
13.1. eerste indruk
13.2. lichaamshouding
13.3. gebaren
13.4. gezichtsuitdrukkingen
13.5. oogcontact
13.6. stemklank
13.7. aanraking
14. Interactie; wisselwerking in communicatie
14.1. Eenzijdig; Alleen zender aan het woord (bijv. radio/t.v.)
14.2. tweezijdig; mogelijkheid tot reageren. (bijv. discussie/interview)
15. Problemen in communicatie; Zijn vaak wel te verhelpen
15.1. Begrijpen van de boodschap
15.1.1. verschil in referentiekader
15.1.2. verkeerd interpreteren (emotie of gebrek aan info
15.2. Vertalen van de boodschap
15.2.1. Taalgebruik (moeilijke woorden of ruime interpretatie
15.2.2. Verschil achtergrond en gewoontes