Comunicatie pag 104-123

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Comunicatie pag 104-123 Door Mind Map: Comunicatie pag 104-123

1. communicatie= is het proces waarin een zender verbaal ( = woordtaal) of non-verbaal ( lichaamstaal) informatie geeft aan de ontvanger. De ontvanger vangt die informatie op met zijn zintuigen en reageert er eventueel op.

1.1. zender = de persoon die informatie aanbiedt.

1.2. ontvanger = de persoon die informatie ontvangt.

1.3. Boodschap = De informatie die overgebracht wordt door verbale of non-verbale tekens.

1.4. verbale taal

1.4.1. informatie overdragen met woorden

1.4.2. spreken

1.4.3. schrijven

1.4.4. luisteren

1.5. Non-verbale taal

1.5.1. informatie overdragen met gebaren.

1.5.2. gezichtsuitdrukking (mimiek)

1.5.3. oogcontact

1.5.4. houding

1.5.5. gebaren

1.5.6. het belang =

1.5.6.1. Let op de lichaamstaal van anderen

1.5.6.2. besteed aandacht aan je eigen lichaamstaal.

1.6. Taal kan je woorden ondersteunen

1.6.1. = congruentie

1.7. Gelaatsuitdrukkingen

1.7.1. informatie

1.7.2. veel verschillende uitdrukkingen

1.7.3. drie zones=

1.7.3.1. 1. het voorhoofd

1.7.3.2. 2. Het middengelaat

1.7.3.3. 3. de mond en de kin.

1.8. lichaamshouding

1.8.1. houding die je doet.

1.8.2. stemgebruik

1.8.2.1. 1. het tempo of de spreeksnelheid

1.8.2.2. 2. Het volume van je stem

1.8.2.3. 3. Het ritme van de stem

1.8.2.4. 4. de Intonatie

2. afstanden en aanrakingen

2.1. de ruimtelijke of lichamelijke afstand

2.2. 1. De intieme afstand ( 15-50 cm)

2.2.1. Liefdes-vriendschapsrelaties

2.2.2. bewust van nabijheid van anderen

2.2.3. vertrouwt

2.3. 2. De persoonlijke afstand ( 50-75 cm)

2.3.1. net een hand geven

2.3.2. afstand gesprek voeren

2.3.3. relatie andere persoon

2.4. 3. De sociale ruimte ( 1.20 m- 4.00 m)

2.4.1. onpersoonlijke zaken

2.4.2. lichaamscontact = niet

2.4.3. gesprekken gevoerd tussen baas of werknemer.

2.5. 4. De openbare afstand ( 4m-8m)

2.5.1. openbare zaken

2.5.2. afstandelijke houding

2.5.3. groep

2.5.4. luid en duidelijk praten

2.6. Wat doe je bij een gesprek?

2.6.1. 1. uiterlijk

2.6.1.1. de manier waarop we ons tonen

2.6.1.2. eerste indruk

2.6.2. 2. huid en geur.

2.6.2.1. hoe we ons voelen

2.6.2.2. kleur van je huid / blozen. angst

2.6.3. 3. gebaren en bewegingen

2.6.3.1. gebaren

2.6.3.2. bewegingen

2.6.3.3. vijf verschillende

2.6.3.3.1. 1 .lichaamsreacties

2.6.3.3.2. 2. Autocontactgebaren

2.6.3.3.3. 3. Afschermbewegingen

2.6.3.3.4. 4. contactgebaren

2.6.3.3.5. 5. tegenstrijdige gebaren

3. Communicatie en de holistische mensvisie

3.1. inhoudsniveau

3.1.1. + is wat er letterlijk gezegd wordt of wat waarneembaar is uit het gedrag

3.2. betrekkingsniveau

3.2.1. = heeft te maken met de relatie tussen de deelnemers aan de communicatie. Die relatie bepaalt op welke manier er gecommuniceerd wordt.

3.3. factoren die een invloed hebben op Betrekkingsniveau en inhoudsniveau?

3.3.1. 1. relatie zender-ontvanger

3.3.2. 2. plaats

3.3.3. 3. tijdstip

3.3.4. 4. aanwezigheid van derden

3.3.5. 5. cultuur

3.3.6. 6. voorafgaande gebeurtenissen