1. Manu
1.1. Boukry zag hem op een dag en sinds dien waren ze niet uit elkaar.
1.1.1. Manu is een jongen en hij heeft geen plannen in zijn leven
1.1.2. Manu is al 2 jaar op vlucht, niet om te leren maar om te leven. Al 2 jaar heeft hij zijn familie niet gezien.
2. ‘Kraakpand’
2.1. Manu Leefde met Bas in Brussel.
3. Dalandzadgad
3.1. De plaats waar Maria werkt, Waar Boukry haar zal zoeken.
4. Beest
4.1. Een hond uit Zuid-Spanje die Boukry beschermde tegen de mensen die hem wouden aanvallen.
5. Dagboek
5.1. In het dagboek verteld Maria bijvoorbeeld waar ze is uitgeweest of wie ze heeft ontmoet of gedumpt. Ze schrijft er ook niet elke dag erin
5.2. Eigenlijk is het meer iets waar ze dingen in opschrijft die voor haar belangrijk zijn, en het is niet de bedoeling dat iemand het ooit leest, behalve ik.
5.2.1. Boukry leest het dagboek niet in een keer, maar verdeeld in dagen of in uren. Dus niet op een tijdstip maar vooral wanneer hij zin heeft.
6. Benoit
6.1. Hij is stil en blijft staren naar Manu en Boukry. Meestal komt dan Elise hem halen.
7. Pino
7.1. Pino is een vrachtwagenchauffeur, hij bracht Manu,Bas,Boukry van Brussel tot Veronah
7.2. Hij is een man die luid praat en luistert naar liedjes die over liefde gaan en zet het volume op zen hoogst.
8. Geppino
8.1. De man die Manu,Boukry
9. Het manier hoe Maria knutselt
9.1. Ze probeert geen mensen of dieren weer te geven,maar een gevoel. Haar gevoel.
10. Bourky
10.1. Boukry is een jongen die op zijn 12 zag dat zijn vader, moeder , broer , broertje werd doodgeschoten voor zijn gezicht. Ze werden geschoten door het volk ‘Tchin Tabaraden’.
10.1.1. Maar hij werd gered door Maria
10.1.2. Boukry kom uit het adellijke geslacht van de Illalenes.
11. Maria
11.1. Maria is een meisje die Boukry had gered van het ernstige situatie.
11.1.1. Maar op een dag ging ze weg en zag Boukry haar nooit meer.
11.1.1.1. Boukry beslootte om haar te gaan zoeken met Manu en zijn hond Bas
11.1.2. Ze had in Iferouâne een polikiniek gebouwd, in het noorden van Niger.
12. Bas
12.1. Hond van Maria
12.2. Hij is verschrikkelijk slim
12.2.1. Het rare is dat hij alleen de linkeroor van Boukry likt en niet de rechteroor.
12.2.2. Boukry en Bas hebben elkaar super graag.
13. Centrum
13.1. Het is een plek waar de mensen Met een geestelijk probleem zoals Benoit worden geholpen.
14. Abstract
15. Waarom ging Manu op vlucht?
15.1. De dorpshoofd had zijn zoon verloren en zei tegen Manu zijn vader dat zijn grootste zoon moest vermoord worden volgens de godsoordeel. Ze hadden hem geschoten maar Hij leefde nog steeds. Toen hij zijn ogen open deed was hij in een boot, zijn vader kuste hem op de voorhoofd, smeekte nooit ofte meer terug te komen
16. Giuseppe
16.1. Hij gaf Manu, Bas, Boukry een voorschot van de geld dat ze krijgen voor de taak die ze volbrengen.
17. Darak
17.1. De neef van de jonge die is gestorven in Maria haar kliniek.
17.1.1. Hij is een persoon met een geestelijke ziekte, hij leeft ook zoals de andere geestelijke problemen in het centrum
17.2. Hij brengt altijd iets mee naar Maria’s kliniek hij heeft 6 beelden voor haar gekerfd : een kameel, een os, een geit, een hagedis, een hond, een paard en een giraffe.
18. Onderverdeling van de Toearegbevolking
18.1. De Illalenes - De adel ( zijn van oorsprong mediterraan met een lichtbruine huid.)
19. Maraboes
19.1. Zijn edelen
19.2. Vader van Maria was ook een maraboe. Je kunt beter geen maraboe zijn. Je weet nooit of je zult overeenkomen.
19.2.1. Maraboes beschermen de Toeareg tegen boosaardige geesten, de djinns