1. problemen spieren
1.1. parkingson
1.1.1. ontstaat door te kort dopamine in de hersenen - bewegingsstoornissen optreden
1.1.2. symptomen
1.1.2.1. beweging gebeurt traag
1.1.2.2. bewiging gebeurt houterig
1.1.2.3. beven van: handen, armen kenmerkend maar ook: kin, tong, benen en voeten kan
1.1.3. passende medicatie
1.2. spieratrofie
1.2.1. verlies spiermassa - spier minder krachtig
1.2.2. actie
1.2.2.1. gevolg: bedligerigheid of ondervoeding - signaleer observatie verpleegkundige of dokter
1.3. spiercontractuur
1.3.1. verkorting van: spier, pees of gewritskapsel - bewegingsbeperking
1.3.2. symptonen
1.3.2.1. strekken gaat moeilijk - uiteindelijk onmogelijk
1.3.2.2. spiercontractiren vaak aan: schuoder, elleboog, heup f hand
1.3.3. passieve mobilisatie tijdens zorgmomenten en kinesitherapie kunnen helpen
1.4. spierscheur
1.4.1. scheurtje in de spiermassa
1.4.2. symptomen
1.4.2.1. hevige pijn
1.4.2.2. geen mogelijkheid op lidmaat te steunen
1.4.2.3. plotse zwelling
1.4.2.4. blauwe verkleuring door inwendige bloeding
1.4.3. acties
1.4.3.1. leg coldpack voor de zwelling en het inwendige bloedden te stoppen
1.4.3.2. breng druk verband aan
1.4.3.3. breng lidmaat in hoog stand
1.4.3.4. zorg voor een week rust van het lidmaat
1.5. spierkramp
1.5.1. spiervezels trekken plots samen - plaatselijk tekort + aanwezigheid van melkzuur - onwilkeurige beweging - geen controle over
1.5.2. symptomen
1.5.2.1. spier kan niet gebruikt worden + is hard
1.5.2.2. meest voorkomend in voet en kuit
1.5.2.3. soms kan je de spier zien trillen
1.5.2.4. pijnlijk maar onschuldig
1.5.3. acties
1.5.3.1. inde kuit: plaats gewicht op dit been, buig licht door de knie
1.5.3.2. raadpleeg dokter als het 's nachts optreedt
2. botten
2.1. breuken
2.1.1. 1 of meerdere botten zijn gebroken of gebarsten en omligende weefsels kunnen beschadigd zijn
2.1.2. soorten
2.1.2.1. BARST: op RX zie je een lijn, geen ruimte tussen de delen
2.1.2.2. ENKELVOUDIGE BREUK: op RX zie je splitsing is in bot, kleine ruimte tussen de delen - zonder verplaatsing: delen zitten op hun plaats - met verplaatsing: of beide delen zijn van hun plaats verschoven
2.1.2.3. MEERVOUDIGE BREUK: er zijn verschillende breuken, met of zonder verplaatsing
2.1.2.4. OPEN BREUK: bot is zo verplaatst dat het door de huid is
2.1.2.5. GESLOTEN BREUK: breuk enkel inwendig en op alleen RX te zien
2.1.3. symptomen: pijn - lidmaat functioneert niet meer - soms blauwe verkleuring en zwelling - oorspronkelijke vorm geweizigd
2.1.4. acties: inmobiliseer lidmaat - breng zo snel mogelijk naar spoed afdeling - dek bij open breuken de wonde steriel af
3. afrukking
3.1. loskomen van een bv. een lidmaat van het lichaam
3.2. symptomen: lidmaat volledig of deels los van lichaam - bot deels of volledig doorbroken - pijn - flauvallen - misselijkheid
3.3. acties
3.3.1. gedeeltelijk geamputeerd litmaat
3.3.1.1. trek wegwerphandschoenen aan
3.3.1.2. vraag slachtoffer om rond en indien mogelijk ook op de wonde te drukken
3.3.1.3. kan het slachtoffer het zelf niet: doe zelf of vraag hulp omstaander
3.3.1.4. litmaat proberen niet te bewegen
3.3.1.5. zet slachtoffer neer of help op de grond te laten zitten
3.3.1.6. controleer bewustzijn en ademhaling indien nodig
3.3.1.7. alarmeer 112
3.3.1.8. plaats drukverband
3.3.1.9. dek de wonde steriel af
3.3.2. volledig geamputeerd litmaat
3.3.2.1. bewaar geamputeerde lidmaat droog en koel (wikkel in een steriel kompres)
3.3.2.2. stop in een propere plastic zak en sluit goed af
3.3.2.3. vul een 2de zak met ijsblokjes en water dompel de 1ste zak hier in, sluit goed af
3.3.2.4. zorg dat het afgerukte lichaamsdeel met het slachtoffer mee naar het ziekenhuis gaat
3.3.2.5. trek je wegwerphandschoenen uit was je handen na de 1ste hulp
4. door kracht van buitenaf, stuk weefsel inwendig beschadigt, er kan een bloeding zijn met vorming van een klonter bloed
5. problemen gewrichten
5.1. artritis
5.1.1. verzamel naam pijn en mis vormingen veroorzaken - gewricht - ontstekingverschijnselen geven
5.1.2. actie: goed evenwicht tussen rust en bewegen - medikatie ontstekingverschijnselen te onderdrukken - warme- en koudekompressen: kan verzachtende invloed hebben
5.2. artroze
5.2.1. afslijten gewrichtskraakben en bot
5.2.2. 2 botten die het gewricht opbouwen te dicht op elkaar gaan staan
5.2.3. actie: medicatie tegen de pijn - koude kompressen - voedingssupplementen op voorschrift - als het nodig is operatie
5.3. ontwrichting
5.3.1. botuiteinden die samen een gewricht vormen staan niet meer in de juiste positie
5.3.2. symptomen: abnormale stand gewricht - plotse hevige pijn - zwelling rond de plaats - gewricht niet meer kunnene bewegen
5.3.3. acties: arm in een draagdoel hangen om te laten rusten - kussens of opgerolde dekens onder been om te laten rusten - raadpleeg dokter of verantwoordelijke
5.3.4. baby
5.3.4.1. speciale vorm van ontwrichting: heupdysplasie
5.3.4.2. symptomen: geen pijn - abnormale stand 1 of 2 benen - bij verluieren, heupbol uit de heup kom voelen schieten
5.3.4.3. oorzaken: heupkom onvoldoende diep - erfelijkheid - ligging van baby in de baarmoeder (stuitligging)
5.3.4.4. acties: geen vorkgreep - zorg voor een spreidbroek
5.4. verstuiking
5.4.1. te ver uitgerekte gewrichtsbanden na een trauma
5.4.2. ice-regel toepassen= ijs: afkoelen gedurende 15 min - imobilisatie: stoppen lichaamsbeweging en rusten - compressie: aanbrengen van licht drukkend verband - elevatie: lichaams deel hoog houden
5.4.3. pijn bij bewegen + druk - zwelling, dagen er na verkleuring gewricht - mogelijke instabiliteit gewricht
6. problemen voeten
6.1. platvoet
6.1.1. ontbreking welving bij de voet
6.1.2. voor 4 jaar
6.1.2.1. schoenen met stevig voetbed - moment kan stappen
6.1.2.2. op bloten voeten lopen op zand in zomer - soms
6.1.3. na 4 jaar
6.1.3.1. controle voetorhopodist
6.2. holvoet
6.2.1. te sterke welving
6.2.2. contact orthopedist of podoloog
7. problemen met het skelet
7.1. botontkalinking - structuur bot word preuzer
7.2. gebrek kalk- te weinig lichaamsbeweging - langdurig gebruik bepaalde medicatie - erfelijk - overmatig gebruik: cafeïne, alcohol en zout - bepaalde aandoeingen - vrouwen menopauze
7.3. acties
7.3.1. niet te genezen
7.3.2. let op aanmaak voldoende vitaminen D
7.3.3. voldoende calcium in voeding
7.3.4. 1x dag 30 min matige fysieke inspaningen
7.3.5. hormonentherapie (vrouwen)
7.4. preventief handelen
7.4.1. vanag geboorte voldoende melk en melk produckten geven
7.4.2. menopauze ook belangrijk voldoende melkproducten te blijven gebruiken
7.4.3. vermijd: alcohol, cafeïne en zout
8. EHBO: vallen
8.1. vormt vooral bij ouderen een belangruik probleem, moet worden beschouwt als een alarmsignaal,ernstige gevolgen: ernstige heupbreuken, hersenletsels, longontstekingen, onderkoeling en zelfs overlijden
8.2. inpact op op dagelijks leven: angstig worden, daardoor minder actief, waardoor het valrisico dan weer groter wordt
8.3. nootzakelijk te zoeken naar mogelijke oorzaken en risicofactoren die kunnen leiden tot een val
8.3.1. gebruik: slaapmiddelen, antidepressiva, bloeddrukverlagende middelen, middelen tegen de ziekte van parkingson en anti-elipetica - innemen verschillede geneesmiddelen samen - infecties - hart- en vaatziekten - ondervoeding - diabetes - spier- en gewrichtsproblemen - neurologische aandoeningen - verminderd gehoor
8.4. laat een dokter een uitgebreid lichamelijk onderzoek doen eventueel bloed- en/of urine-onderzoek of ECG, bepaalde gevallen RX van de longen aangevraagd of scan van het hoofd
8.5. belangrijk zo actief mogelijk te blijven, regelmatige lichaamsbeweging de spierkracht en het even wicht verbeterd
8.6. andere maatregelen
8.6.1. voldoende verlichting in huis - goede doorgang in en rondom het huis - goede trapleuningen - antislipmateriaal en handgrepen in bad en douche, opzetstukken wc eventueel - vermijd losliggende matjes en en tapijten - draag goed schoeisel - alarmsystemen die rond de hals gedragen worden