1. Door Kim Couwenberg Klas FRVT2 Studentnummer 3412156 APV 10 Vakcode APVHF104-A
2. AVO
2.1. Docentkwaliteiten
2.1.1. Mensenkennis
2.1.2. Kunnen uitdagen
2.1.3. Vakinhoudelijk sterk
2.1.4. Vrijheid geven
2.1.5. Veel bezig kunnen gaan met de theorie
2.2. Kenmerken
2.2.1. Gemotiveerd
2.2.2. Wetenschappelijk
2.2.3. Minder expressief
2.2.4. Theoretisch
2.2.5. Werken gestructureerd(er)
2.2.6. Hoger niveau
2.3. Subgroepen
2.3.1. Havo
2.3.2. VWO
2.3.2.1. Gymnasium/Atheneum
2.3.3. VWO+
2.3.3.1. Gymnasium
3. BGO
3.1. Docentkwaliteiten
3.1.1. Praktijkkennis
3.1.2. Communicatie met omgeving
3.1.3. Flexibel
3.1.4. Kunnen incasseren
3.1.5. Pedagogisch sterk
3.1.6. Inlevingsvermogen
3.1.7. Inspelen op cultuurverschillen
3.2. Kenmerken
3.2.1. Korte spanningsboog
3.2.2. Onderwijs gericht op beroepen
3.2.3. Testen de docent
3.2.4. Motivatie van buiten af nodig
3.2.5. Laag denkniveau
3.2.6. Structuur nodig
3.2.7. Meer ondersteuning nodig
3.3. Subgroepen
3.3.1. VMBO-T
3.3.2. VMBO-B
3.3.3. VMBO-K
3.3.4. VMBO-G
3.3.5. MBO
3.3.6. Praktijkonderwijs
4. Bronnen
4.1. W. Geerts, R. van Kralingen (2013) Handboek voor leraren Bussem: Coutinho
4.2. Hiteq. (2016) Kenmerkend VMBO, MBO, Havo en VWO http://docplayer.nl/5306838-Kenmerkend-havo-en-vwo.html
4.3. Advies (2015) Herkenbaar VMBO met sterk vakmanschap. https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2015/herkenbaar-vmbo-met-sterk-vakmanschap/volledig/item7255
4.4. P. Teitler (2014) Lessen in Orde Bussem: Coutinho
5. Eigen kwaliteiten
5.1. Weet veel van de stof
5.1.1. Ik heb enorm veel passie voor de Franse taal en het land. Ik probeer zoveel mogelijk op te hoogte te blijven van de recente gebeurtenissen in Frankrijk. Dat maakt het voor mij makkelijker om een interessante, actuele les te maken met veel voorbeelden uit het dagelijks leven.
5.2. Vriendelijke instelling
5.2.1. Ik ben vriendelijk en open van karakter en leerlingen stellen zich makkelijker open naar mij. Ik heb gemerkt dat leerlingen zich op het BGO zich makkelijk open stellen, maar op het AVO in vergelijking minder.
5.3. Steekt veel moeite in duidelijkheid
5.3.1. Als een leerling een vraag heeft, wil ik net zo lang doorgaan totdat ik door heb dat hij of zij zelf verder kan. Op AVO ben ik hier korter mee bezig dan op BGO.
5.4. Respectvol
5.4.1. Ik wil zelf niet onrechtvaardig behandeld worden en ik wil anderen ook niet behandelen op die manier. Dit is op beide richtingen handig.
5.5. Veel mensenkennis
5.5.1. Leerlingen hoeven niet altijd te zeggen dat er iets is, ik zie het meestal al aan hun houding. Dit is handig op de AVO, omdat leerlingen hier minder vaak durven te zeggen wat ze echt vinden.