DEEL 4: Burgerlijk recht

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
DEEL 4: Burgerlijk recht Door Mind Map: DEEL 4: Burgerlijk recht

1. A) Aansprakelijkheidsrecht

1.1. 1) Contractuele aansprakelijkheid: bv huren - Contractspartij blijft door eigen fout in gebreke - Mogelijke sancties door tegenpartij: a) Gedwongen uitvoering b) Gerechtelijke ontbinding c) Weigering wegens niet-uitvoering ENKEL wanneer 2 voorwaarden vervult: A) Contractuele wanprestatie > Inbreuk op juridische verplichting > Prestatie is opeisbaar > Niet-nakoming is toerekenbaar aan schuldenaar B) Aanmaning > Schuldeiser moet uitdrukkelijk aanmanen

1.2. 2) Buitencontractuele aansprakelijkheid 1. Terminologie = Burgerlijke aansprakelijkheid

1.2.1. 2. Aansprakelijkheid voor eigen daad - Elke daad die schade veroorzaakt moet vergoed worden

1.2.1.1. Fout: Bewust foutieve daad stellen door nalatigheid of onvoorzichtigheid a) Niet naleving van wettelijke of reglementaire vorm b) Handeling of daad die een zorgvuldig en vooruitziend persoon niet zou stellen - Element schuld hier aan de orde - Moet kunnen worden toegerekend > Niet voor krankzinnigen > Niet onder de 7 jaar

1.2.1.2. Schade: Elke schending van een feitelijk belang -> zolang belang rechtmatig is. Schade kan materieel of psychisch zijn, actueel of toekomstig.

1.2.1.3. Oorzakelijk verband: - Geen schade zonder fout - Geen fout zonder schade - Meerdere oorzaken -> equivalentieleer

1.2.1.4. Schadevergoeding: schade moet vaststaan en persoonlijk zijn

1.2.2. 3. Aansprakelijkheid voor andermans fout

1.2.2.1. Aansprakelijk van de ouders - Voor fout van hun minderjarig kind - Bewijs van goede opvoeding kan geleverd worden om tegendeel te bewijzen! Ook bewijzen dat ze feiten niet hadden kunnen verhinderen

1.2.2.2. Aansprakelijkheid van onderwijzers - Aansprakelijkheid voor periode dat het kind onder hun toezicht staat - Ook hier kunnen bewijzen dat ze feiten niet konden verhinderen

1.2.2.3. Aansprakelijkheid werkgevers - Voor schade veroorzaakt door hun werknemer in de uitoefening van hun functie

1.2.2.4. Aansprakelijkheid voor zaken a) Gebrek in de zaak: abnormaal kenmerk dat intrinsiek is aan de zaak, geen enkele fout vereist b) Aansprakelijkheid voor dieren: degene die het gebruik is aansprakelijk voor schade door dier

2. B. Personen- en familierecht

2.1. 1) Personenrecht - Personenrecht: Regeling en statuut individu, staat en bekwaamheid - Familierecht: Individu in relatie met anderen, familieverband

2.1.1. 1) Begrip en soorten - Rechtssubject: persoon die subjectieve rechten en plichten heeft > Natuurlijke personen: geboorte-overlijden > Rechtspersonen: juridische constructie

2.1.2. 2) Staat van de persoon = Geheel van hoedanigheden van een persoon die zijn plaats in de maatschappij bepalen = Diverse categorieën (bv ongehuwd, minderjarig) -> bepaalt rechts- en handelingsbekwaamheid

2.1.3. 3) Bekwaamheid - Rechtsbekwaamheid: drager van rechten en plichten - Handelingsbekwaamheid: zelf rechten uit te oefenen en plichten aan te gaan Handelingsonbekwaamheid = uitzondering - Minderjarigen - Krankzinnigen

2.2. 2) Familierecht

2.2.1. 1) Wie is familie? - Bloedverwanten - Aanverwanten (huwelijk + schoonfamilie)

2.2.2. 2) Huwelijk Doel: tot stand brengen levensgemeenschap, verboden voor bloed- of aanverwanten Grondvoorwaarden: huwbare leeftijd + toestemming Vormvoorwaarden: aangifte burgelijke stand, openbaarheid, huwelijksakte Gevolgen: aantal rechten en plichten, rechten tov elkaar verwerven, rechtsregels met minimale autonomie en verbondenheid Gezinsvermogen: aantal wederzijdse rechten en verplichtingen, gebeurt automatisch -> primair huwelijksstelsel van toepassing Voornaamste plichten: - Huwelijksplichten - Bescherming gezinswoning - Hoofdelijkheid schulden ... Secundair huwelijksstelsel: A) Wettelijk stelsel B) Scheiding van goederen: geen gemeenschappelijk vermogen C) Algehee gemeenschap van: enkel een gemeenschappelijk vermogen goederen

2.2.3. 3) Scheiding - Op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (EOO) a) Bewezen door wettelijke middelen, samenleven is onmogelijk -> onmiddellijke echtscheiding b) Beide echtgenoten doen aanvraag, na 6 maanden is de feitelijke scheiding, procedure wordt ingeleid door verzoekschrift van beide partijen c) 1 echtgenoot doet de aanvraag, feitelijke scheiding na meer dan een jaar, wordt ingeleid door verzoekschrift door ene partij -> Risico op vechtscheiding groter Gevolgen: - Huwelijk ontbinden - Guwelijkvermogensstelsel vereffend - Onderhoudsuitkering wordt gerelegd - Vaststelling ouderlijk gezag - Door onderlinge toestemming (EOT) a) Vooraf akkoord sluiten b) Overeenkomst over verblijf van echtgenoten, wederzijdse vermogensrechten en regeling van kinderen en goederen -> Soepeler; geen voorwaarden -> Meestal goedkoper

2.2.4. 4) Samenwoning buiten het huwelijk - Feitelijk samenwonen: > Geen wettelijke regeling, algemeen recht Gevolgen: > Geen plicht tot samenwonen, trouw en bijstand > Geen plicht tot hulp en bijdrage > Volledige scheiding van goederen > Einde samenwoning zonder meer - Wettelijk samenwonen: > Samenwonen zonder huwelijk > Verklaring samenwoning bij ambtenaar burgelijke stand van de woonplaats > Primair stelsel met rechten en plichten; o.a bescherming gezinswoning en hoofdelijke aansprakelijkheid voor gezinsschulden > Einde: opzegging door wederzijds akkoord (beide partners ondertekenen) of eenzijdige opzegging (ondertekend door één partner)