4.1 Bouw van Structuur

1. STRUCTUUR en GEDRAG

1.1. Samenvatten van te verrichten werkzaamheden

1.1.1. Functies

1.1.1.1. Personen

1.1.1.2. Werkgroepen

1.1.1.3. Afdelingen

1.2. Vaststellen van bevoegdheden bij uitvoering van werkzaamheden

1.2.1. Hiërarchie

1.2.1.1. Personen

1.2.1.2. Werkgroepen

1.2.1.3. Afdelingen

1.3. Vaststellen van manier verloop communicatie

1.3.1. Communicatie

1.3.1.1. Geven/ Opvolgen Aanwijzingen

1.3.1.2. Coördinatie van werkzaamheden

1.4. ASPECTEN

1.4.1. Taak en Functie

1.4.1.1. VB1 - Taken Docent

1.4.1.1.1. Lessen voorbereiden

1.4.1.1.2. Lesgeven

1.4.1.1.3. Tentamens maken/ corrigeren

1.4.1.1.4. Cijfers doorgeven

1.4.1.1.5. Projecten begeleiden

1.4.1.2. VB2 - Secretariaatsmedewerkers

1.4.1.2.1. Verwerken van studentgegevens

1.4.1.2.2. Studentenlijsten checken

1.4.1.2.3. Cijfers invoeren

1.4.1.2.4. Backups maken

1.4.1.2.5. Herkansingslijsten maken

1.4.2. Bevoegdheden en Relaties

1.4.2.1. Hiërarchische relaties

1.4.2.1.1. Geen Hiërarchische relaties

1.4.2.1.2. Hiërarchische relaties

1.4.2.1.3. Verticaal

1.4.2.2. Functionele relaties

1.4.2.2.1. Specialisme

1.4.2.2.2. Deskundigheid

1.4.2.2.3. Horizontaal