1. democratie België
1.1. stem rechten
1.1.1. nu is er geen verschil meer tussen man of vrouw nu mag iedereen van België stemmen ouder dan 18
1.1.2. hoe zijn de stemmen gevorderd
1.1.2.1. 1831-alle mannen ouder dan 25 jaar ,met de Belgische nationaliteit mogen een of meerdere stemmen uitbrengen als ze minstens 50 cent belastingen betalen
1.1.2.2. 1919-alle mannen vanaf 21 jaar , met de Belgische nationaliteit mogen een stem uitbrengen
1.1.2.3. 1948-alle mannen en vrouwen vanaf 21 jaar met de Belgische nationaliteit mogen een stem uitbrengen
1.1.2.4. nu-alle mannen en vrouwen vanaf 18 jaar ,met de Belgische nationaliteit ,moeten een stem uitbrengen
1.2. hoe stemmen ze
1.2.1. je krijgt een stembrief waar op staat dat je MOET stemmen
1.2.2. hier heb je de plicht om naar het stem hokje te gaan
1.2.3. vanaf hier stopt je plicht nu moet je naar keuze stemmen via een computer of een x op een blad
2. democratie in Griekenland
2.1. hoe gaat het
2.1.1. wie-het Griekse volk
2.1.2. wat-het volk kiest een vetegenwoordiger
2.1.3. waar-Athene een rijke stadstaat of polis
2.1.4. waneer-In het oude Athene, in 509 voor Christus /oudheid
2.1.5. hoe-Een vergadering op de agora voor de mannen
2.1.6. waarom-Athene wordt democratisch bestuurd, een volksheerschappij
2.2. stem rechten
2.2.1. iedereen die ouder is dan 18 mag stemmen behalve de vrouwen,de slaven en de vreemdelingen niet .
3. staatshoofd
3.1. maharadja
3.2. koning
3.3. president
3.4. keizer
3.5. monarch
4. symbolen van ons land
4.1. Vlaanderen
4.1.1. feestdag-11 juli
4.1.2. memoriaal-ijzertoren
4.1.3. vlag- Vlaamse leeuw
4.1.4. volkslied-Vlaamse leeuw
4.1.5. wapen
4.2. België
4.2.1. feestdag-21 juli
4.2.2. vlag-zwart,geel,rood
4.2.3. volkslied-Brabançonne
4.2.4. wapen
5. de macht wordt verdeeld
5.1. stap 1
5.1.1. waar-parlement
5.1.2. wat-bespreken problemen en wetten
5.1.3. wie-de ministers
5.1.4. waarom-ze beslissen samen hoe ze de problemen aan pakken zodra die beslissing genomen is in een wet
5.2. stap 2
5.2.1. waar-koninklijk paleis
5.2.2. wat-de minister geeft een voorstel van een wet aan de koning
5.2.3. wie-de koning en zijn minister
5.2.4. waarom-de minister moet de wet laten uitvoeren .De minister brengt ook de rechter en de hele bevolking op de hoogte
5.3. stap 3
5.3.1. waar-de rechtbank
5.3.2. wat-bestraft een persoon die een wet heeft overtreden
5.3.3. wie-de rechter
5.3.4. waarom-De rechter moet oordelen of de wet is na geleefd .Indien niet , dan moet de persoon gestraft worden
5.4. stap 4
5.4.1. waar-buiten voor de rechtbank
5.4.2. wat-de pers interviewt
5.4.3. wie-de pers
5.4.4. waarom-de pers moet de bevolking informeren over wat er in het land gebeurt