weglektijd

Weglektijd. Opleiding Leerkrachtondersteuner

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
weglektijd Door Mind Map: weglektijd

1. luizencape

1.1. Kinderen hebben een vaste plekken op de kapstok, Dit voorkomt dat ze niet hoeven te zoeken naar een plekje.

1.2. Veel kinderen vinden het lastig om de jas goed in de cape te doen. Dit neemt dan ook tijd in beslag.

1.3. Weglektijd= 3 minuten in totaal.

2. uitdelen schriften en boeken

2.1. Dit word voor schooltijd gedaan door de groepshulpen. Deze kinderen komen 5 minuten eerder naar binnen om alles op tafel te leggen.

2.2. Kinderen doen vervolgens alle boeken van die dag in de la/vak. Dit neemt ongeveer 2 minuten van de tijd in beslag.

2.3. Weglektijd= 2 minuten.

3. schoolbel

3.1. Kinderen staan buiten lang in de rij voordat ze naar binnen kunnen.

3.1.1. Groepen gaan in een vaste volgorde naar binnen. Op deze manier lopen ze elkaar niet in de weg op de gang.

3.2. De bel gaat automatisch. Iedereen is dus op tijd in de rij om naar binnen te gaan.

3.3. Weglektijd= 5 minuten

4. Fruit eten.

4.1. De kinderen hebben binnen geen tijd nodig om te eten. Hierdoor is er meer leertijd in de klas.

4.1.1. Dit betekent wel dat sommige kinderen het fruit niet op krijgen omdat ze willen spelen en sommige kinderen komen niet aan spelen toe, omdat ze nog aan het eten zijn.

4.2. Fruit eten word buiten gedaan. De kinderen pakken het fruit uit de tas en nemen dit mee naar buiten,

4.3. Weglektijd= 0 minuten

5. Nog even snel iets afmaken.

5.1. Kinderen die bij mij komen weten dat ze mee moeten en dat ze in mijn groep zitten.

5.1.1. Uiteraard zijn er soms kinderen die dit vergeten. Op dat moment kunnen ze op de lijst kijken die voor in de klas hangt.

5.2. Op het moment dat ik in de klas kom, wil ik kinderen meenemen. Veel leerkrachten maken dan nog net de andere les af.

5.2.1. Hier moet ik vaak lang op wachten en dit gaat van de tijd af die ik met de kinderen had gepland.

5.3. Hierdoor kan ik niet alles behandelen met de kinderen wat ik graag had gedaan.

5.4. Weglektijd= 10 tot 15 minuten.

6. Groepjes indelen

6.1. Als ik groepjes moet maken, geeft ik kinderen vaak een nummer. De nummers 1 horen bij elkaar en de nummers 2.

6.1.1. Sommige groepen kunnen dit heel goed zelf indelen. Dit laat ik soms dan ook toe.

6.2. Weglektijd= 3 minuten.

7. materialen pakken

7.1. Als ik de kinderen op kom halen. moeten ze vaak nog zoeken naar de spullen. Dit zal van tevoren al klaar kunnen liggen, zodat we direct kunnen beginnen.

7.2. Kinderen weten vaak niet waar de materialen zijn en kunnen dit dan ook niet vlot pakken.

7.2.1. Als alle materialen van tevoren gepakt worden, hoef ik er niet op te wachten en kan ik de tijd die ik met de kinderen heb goed besteden en gaat er geen tijd verloren.

7.3. Weglektijd= 2 minuten.

8. Opruimen

8.1. De kinderen ruimen alle eigen spullen op in het vak. Ook de lesboeken gaan in het vak.

8.2. De werkschriften worden ingeleverd bij de leerkracht. Dit is prima, maar onderweg is het erg gezellig om even te kletsen met klasgenoten.

8.3. Weglektijd= 3 minuten.

9. Lopen naar werkplek.

9.1. Als ik vanaf mijn lokaal naar de groepen moet lopen, ben ik al 50 seconden tot een minuut onderweg.

9.2. Onderweg kom je vaak andere kinderen tegen of maak je even een praatje met de kinderen die meegaan.

9.2.1. Dit neemt vaak tijd in beslag en je bent dan langer onderweg dan je eigenlijk zal willen

9.3. Weglektijd= 3 minuten

10. toilet regels

10.1. Tijdens de uitleg mogen kinderen niet naar het toilet.

10.1.1. In de praktijk werkt dit anders. Sommige kinderen kunnen het echt niet zo lang ophouden en mogen ook tijdens de uitleg naar het toilet.

10.2. Tijdens en na de pauze kunnen kinderen naar het toilet. Dit gebeurt dan ook veel, waardoor kinderen soms weinig tijd over houden om te spelen.

10.3. Tijdens het zelfstandig werken mogen kinderen naar het toilet.

10.3.1. Dit zijn vaak de kinderen die het lastig vinden om te werken en blijven dan ook lang op het toilet. Dit neemt vaak veel tijd in beslag.

10.4. Weglektijd= 4 minuten per kind.