1.1. er zijn ook bloedplaatjes, dat zijn kleurloze celdeeltjes
1.2. bloedplaatjes zorgen vr bloedstolling,als in bloedvat een gaatje zit komt er bloed, je zegt dat je bloed
1.3. als je bloed, zorgen de bloedvaatjes vr proppen in gaatjes van vatwanden. daarna gaan de bloedplaatjes rond het gaatje en proberen ze het vat dicht te maken, zo ontstaat bloedstolling. Dan begint de genezing en ontstaat er een korstje op je wondje.
2. rode bloedcellen bevatten vooral hemoglobine
2.1. hemoglobine= een ijzerhoudende stof in de rode bloedcellen
2.2. wnr hemoglobine zuurstof bevat wordt h rood drm is bloed in slagaders rood
2.3. in slagaders zit zuurstofrijk bloed dat is roder
3. witte bloedcellen
3.1. h bloed bevat ook witte bloedcellen dit zijn soldaten van lichaam
3.2. die soldaten zorgen voor verdeling van lichaam tegen gevaren buitenaf
3.3. ze lopen altijd rond in lichaam op zoek naar alles wat slecht is in je lichaam, bv. splinter of virussen
3.4. witte bloedcellen worden door bloed vervoert naar alle delen van lichaam die beschadigd en geinfecteerd zijn, daar vechten ze tegen ingedrongen bacterien, andere witte bloedcellen maken je lichaam sterk tegen infecties
4. inademt komt zuurstof in longen
4.1. hemoglobine zorgt dat zuurstof vanuit longen vervoerd wordt in bloed en plaatsen waar het moet
4.2. daar laat hemoglobine zuurstof los, zodat h naar de cellen en weefsels kan die zuurstof nodig hebben
4.3. de zuurstof wordt omgezet naar koolzuurgas= CO2
4.4. CO2 neemt hemoglobine mee terug naar longen daarna adem je het weer uit
4.5. andere afvalstoffen worden door je nieren uit h bloed gehaald, die raak je kwijt als je plast
