Samenvatting project volksverhalen

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Samenvatting project volksverhalen Door Mind Map: Samenvatting project volksverhalen

1. Missie 1

1.1. Scheherazade (401)

1.1.1. Duizend-en-een-nacht

1.1.2. 1ste mondelinge verhalen

1.1.3. Afkomstig uit Arabische landen

1.2. Giambattisista Basiles (1501)

1.2.1. Eerste Europeese sprookjes

1.3. Charles Perrault (1697)

1.3.1. Nieuw literair genre

1.4. Gebroeders Grimm (1812)

1.4.1. Romantiek

1.4.2. Verzameling (Kinder-Und-Hausmärchen)

1.5. Charles Dickens (1843)

1.5.1. A Christmas Carol in Prose

1.6. Hans Christian Andersen (1875)

1.6.1. Deense schrijver en dichter

1.6.2. Bv. Het lelijke eendje

1.7. The Walt Disney Company (1923)

1.7.1. Themaparken

1.7.2. Animatiefilms

1.8. Moderne sprookjes (vanaf 1952)

1.8.1. Kronieken van Narnia

1.8.2. Alice in Wonderland

1.8.3. De Efteling

2. Missie 2

2.1. Kenmerken van een sprookje

2.1.1. Onbepaalde tijd

2.1.2. Onbepaalde plaats

2.1.3. Veel magie en fantasie

2.1.4. Vlakke personages

2.1.5. Happy end

2.1.6. Veel herhalingen, vaste formuleringen en getallensymboliek

2.2. Kenmerken volkssprookje

2.2.1. Erg oud

2.2.2. Mondeling overgeleverd

2.2.3. Veel varianten

2.2.4. Veel herhaling

2.2.5. Bv. Hans en Grietje

2.3. Kenmerken cultuursprookje

2.3.1. Recenter

2.3.2. De auteur is bekend

2.3.3. Populair in de Romantiek

2.3.4. Bv. Frank en Frey (the fox and the hound)

3. Missie 3

3.1. Kenmerken legende

3.1.1. Stichtelijk, religieus geïnspireerd verhaal met een historische kern

3.1.2. Inhoud ruimtelijk en tijdelijk gesitueerd

3.1.3. Centrale rol voor een heilige, Jezus Christus, Maria of een heilig voorwerp

3.1.4. Elementen die tot de verbeelding spreken

3.2. Kenmerken sage

3.2.1. Mondeling overgeleverd

3.2.2. Bevatten een historische kern van waarheid

3.2.3. Nauwkeurig gesitueerd in tijd en ruimte

3.2.4. Aangedikt met fantasie-elementen uit het volksgeloof

3.3. Kenmerken eigenlijke sage

3.3.1. De oudste sagen

3.3.2. Er is spanning tussen de mensenwereld en die van buiten- en bovennatuurlijke krachten

3.3.3. Verhalen over spoken, heksen, tovenaars, waarzeggers en andere bovennatuurlijke wezens als duivels, weerwolven, aardmannetjes (kabouters) ...

3.3.4. De gewone sterveling zal het onderspit delven tijdens conflicten die tussen beide werelden ontstaan

3.3.5. Meestal tragisch en pessimistisch

3.4. Kenmerken historische sage

3.4.1. Verhalen met een verklaring in: bv. de naam van een stad of gemeente, landschappen, een aardrijkskundige bijzonderheid...

3.4.2. Deze verhalen zijn minder pessimistisch van ondertoon

3.5. Kenmerken van de stadssage/ urban legend/ stadslegende/ broodjeaapverhaal

3.5.1. Als 'waar' gebeurd verteld

3.5.2. Over een bijzonder of bizar feit

3.5.3. In verschillende varianten duikt het uit het niets op

3.5.4. De geloofwaardigheid wordt verhoogd door de vermelding van precieze details

3.5.5. Geen precieze bron (zogezegd uit 'goede bron vernomen')

3.5.6. Over eigentijdse angsten, dreigingen en vooroordelen

3.5.7. Soms een gruwelijke sfeer

4. Missie 4

4.1. Kenmerken van de klassieke Disneyfilm

4.1.1. Genre: romantische musical-avonturenfilm

4.1.2. Utopie: nostalgie naar de voorindustriële samenleving en een ongecompliceerd leven

4.1.3. Gender: personages bij Disney vervullen duidelijke traditionele genderrollen

4.1.4. Cuteness: vooral antropomorfe dieren in de verhalen stralen schattigheid, kwetsbaarheid en instabiliteit uit

4.1.5. Goed versus kwaad: Disney toont steeds tegenstelling tussen goed en kwaad

4.1.6. Verhaalstructuur: 1. Protagonist raakt in de problemen 2. Protagonist wordt gered of redt zichzelf (man)

4.1.7. Utopisch ideaal: het streven naar een ideaal familieleven en huwelijk

4.1.8. Mannelijke genderrol: gekoppeld aan macht en actie

4.1.9. Vrouwelijke genderrol: gekoppeld aan huishouden, meestal moeder of dochter

4.1.10. Voorbeeld kenmerken van het goede: goeden = mooi, uit bovenlaag maatschappij

4.1.11. Voorbeeld kenmerken van het kwade: slechten = kwaad van nature, uiterlijk meestal heel lelijk, heel mager(Cruella) of heel dik(Ursula)

4.1.12. 5 kenmerken van de klassieke Disneyfilm: 1. genre = romantische musical-avonturenfilm 2. utopie 3. gender en patriarchale orde 4. goed versus kwaad 5. cuteness

4.1.13. Patriarchale orde: Disneyverhalen zijn mannelijke verhalen, de mannen krijgen de credits. Ze gaan er met alle eer vandoor. Vrouwen leven in een door mannen gedomineerde wereld en vinden hun geluk door een man.

4.2. Column

4.2.1. Korte, luchtige tekst die in de meeste kranten en tijdschriften op een vaste plaats staat. De schrijver geeft hierin zijn, dikwijls ongezouten, visie op uiteenlopende, meestal actuele onderwerpen of gebeurtenissen