oorzaken van uitval bij de ooien

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
oorzaken van uitval bij de ooien Door Mind Map: oorzaken van uitval bij de ooien

1. ouderdom

1.1. niet meer gedekt als:

1.1.1. te grote ouderdomsverschijnselen

1.1.2. te veel sleet vertonen

1.1.3. onvoldoende in conditie zijn toegenomen

1.2. in cijfers:

1.2.1. 1/8 van de totale opruiming

1.3. leeftijden

1.3.1. ooien zijn nog geen 5 jaar

1.3.1.1. men hoeft niet op leeftijd te selecteren

1.3.2. ooien tussen 4 & 6 jaar

1.3.2.1. zitten op hun top

1.3.3. oudere ooien

1.3.3.1. grotere worpgrootte

1.3.3.2. krijgen wel meer gebreken

1.3.3.2.1. verlies van tanden

1.3.3.2.2. meer last van:

2. vruchtbaarheid

2.1. men streeft naar 100% aantal drachtige ooien

2.1.1. ooien & rammen moeten vitaal & gezond zijn

2.2. ooien die ingezet worden zijn

2.2.1. moeten gezond zijn

2.2.2. men verwacht een goede lammerenproductie

2.3. tijdens de dektijd:

2.3.1. goede conditie

2.3.2. eiwitrijke voeding

2.4. overzicht vruchtbaarheid

2.4.1. door het bijhouden van de totale levensproductie van de ooien

3. geboorteproblemen

3.1. ontstaan:

3.1.1. ooi heeft een te nauw bekken

3.2. vervangen/ opgeruimd als:

3.2.1. de ooi regelmatig zware aflammeringen vertoont

3.2.2. ooien met geregeld lijfbieden

3.3. ooien die voor het eerst werpen

3.3.1. ontbreekt soms ruimte voor vlotte uitdrijving

3.4. lijfbieders

3.4.1. raadzaam

3.4.1.1. voor fokkerij uitsluiten

3.4.2. wat?

3.4.2.1. een verhoogde druk in de buik als gevolg van een groeiende baarmoeder

3.4.3. erfelijkheid en voeding kan hiermee te maken hebben

4. besluit:

4.1. het percentage lammeren dat ter vervanging van de uitgevallen ooien aangehouden worden

4.1.1. ooien langer aanhouden

4.1.1.1. hoger rendement door minder opfokkosten van de lammeren die ingezet worden

4.1.1.1.1. meer lammeren verkopen

4.1.1.2. is gunstig

4.2. oudere ooien

4.2.1. geven een hogere lammereproductie

4.2.2. worpgrootte is het laagst bij de eerste worp

4.2.2.1. neemt toe tot het 5de levensjaar

4.2.3. sommige ooien van 6 jaar of ouder kunnen nogsteeds ingezet worden omdat ze nog goede fokschapen zijn

4.3. zo behoud men een kudde gezonde schapen met een juiste leeftijdsopbouw

5. een goede fokooi

5.1. moet 2 gezonde uierhelften hebben

5.2. uier is soepel

5.3. moet lammeren zelfstandig kunnen grootbrengen

5.4. moet zonder problemen kunnen werpen

6. opfokken van ooien met lammeren op de weide

6.1. beschutting

6.1.1. een gewoon afdak

6.1.1.1. beschermd tegen:

6.1.1.1.1. felle regen

6.1.1.1.2. sneeuwvlagen

6.1.1.1.3. koude wind

6.2. voeding van zogende ooien

6.2.1. optimale melkgifte is nodig voor een goede groei van de lammeren

6.2.2. in de eerste weken:

6.2.2.1. de lammeren zijn geheel aangewezen op de melk van de moeder

6.2.2.1.1. zogende ooien hebben daarom extra voeding nodig

6.2.3. rond een 3-tal weken:

6.2.3.1. melkproductie bereikt hoogtepunt daarna daalt ze langzaam

6.2.4. na een 4-tal weken

6.2.4.1. lammeren krachtvoer geven ipv de ooien

6.2.4.1.1. de melkproductie van de ooien zijn dan sterk gedaald

6.2.5. tijdens de eerste maand:

6.2.5.1. als men 1 kilo krachtvoeder geeft aan een ooi met 2 lammeren, zal ze veel melk geven

6.2.5.2. hoeveel krachtvoer is afhankelijk van aantal lammeren

6.2.6. regelmatig conditie na gaan

6.3. voeding van opgroeiende lammeren

6.3.1. bijvoederen begint op leeftijd van 2 à 3 weken

6.3.1.1. hoeveelheid hangt af van de melkopname

6.3.2. ruwvoeder is een vereiste

6.3.2.1. voor een goede spijsvertering

6.3.2.1.1. nooit alleen krachtvoer geve,

6.3.2.2. ophangen aan een touw

6.3.2.2.1. hooi vrij van mest en bereikbaar voor lammeren

6.3.3. doorkruiphek voor lammeren

6.3.3.1. aparte hoek in de stal

6.3.3.2. onder een afdak

6.3.3.3. op de weide

6.3.4. veelvuldig verversen van een handvol korrels is erg belangrijk

6.3.4.1. anders ontstaan van coccidiose

6.3.5. drinkwater

6.3.5.1. vers en rein

6.3.6. kwaliteit gras en de grote bezetting hebben een invloed

6.3.6.1. regelmatig omweiden is gunstig

6.4. voederbak van ooien

6.4.1. snel & gemakkelijk te gebruiken zonder te morsen. eenvoudig en dergelijk

6.4.2. gemaakt uit langwerpig stevig hout. moet sterke poten hebben

6.4.2.1. 40cm eetbreedt/schaap

6.4.2.2. rand komt 30 à 35cm van de grond

6.4.2.2.1. schapen kunnen niks bevuilen

6.5. speciale bak voor lammeren

6.5.1. verplaatsbare eetopening van 10 à 15cm

6.5.1.1. lammeren kunnen er uit eten ooien niet

6.5.2. resterende krachtvoer dat bevuild is regelmatig verversen

6.5.3. krachtvoer word bij voorkeur gegeven op een droge plek, korrels blijven droog bij regen

6.6. samengevat

6.6.1. eerste weken van lactatie

6.6.1.1. groei van lammeren hangt af van de melkproductie van de moeder

6.6.2. eerste levensmaand

6.6.2.1. eerste deel zoogperiode

6.6.2.1.1. voederbehoefte van de ooien

6.6.2.2. tweede deel zoogperiode

6.6.2.2.1. voeding lammeren

7. cijfers

7.1. opruiming van de ooien bedraagt ongeveer 20%

7.2. gemiddeld 1/5 van de fokkudde moet vervangen worden per jaar.

8. uierontsteking

8.1. blauwuier

8.1.1. symptomen:

8.1.1.1. geen eetlust

8.1.1.2. koorts

8.1.1.3. afzonderen

8.1.2. de meest gevreesde vorm

8.1.3. dieren die de ontsteken overleven

8.1.3.1. ontstaan van abcessen

8.1.3.2. de afgestorven uierdelen worden afgestoten

8.1.3.3. de aangetaste uierhelft is voor de melkproductie verloren

8.2. in cijfers:

8.2.1. 1/4 van de totale uitval

8.3. alle ooien moeten bij het dekken nauwkeurig gecontroleerd worden

8.3.1. ooien met een knobbelige uier of met schijven in de uier worden vervangen

8.3.1.1. problemen bij de opfok te voorkomen

9. verwentelen

9.1. wat?

9.1.1. een op de rug gelegen schaap dat niet op eigen kracht kan opstaan

9.2. hoe gebeurt dit?

9.2.1. bij jeuk op de rug schuurt het schaap zich met de rug op de grond. daarbij zakken pens en darmen naar beneden. als het schaap wil opstaan, kantelt het terug op de rug & kan het uit eigen beweging niet rechtkomen

9.2.1.1. sterft als men niet optijd helpt

9.3. als dit vaak voorkomt wordt de ooi verwijderd