1. alle onderbrengvoorzieningen
1.1. ventilatiesystemen
1.1.1. ontworpen, onderhouden en geïnstalleerd voor continu verse lucht
1.2. mechanische ventilatiemiddelen
1.2.1. beschikt over
1.2.1.1. waarschuwingssysteem en noodvoorzieningen voor uitval of storing
1.3. onderbrengvoorzieningen
1.3.1. zodanig ontworpen dat risico op letsels voor dieren kleiner is en weinig geluid is
1.3.2. dieren gemakkelijk worden geïnspecteerd.
2. uitrusting voor waterbadbedwelming
2.1. aanhaaklijnen:
2.1.1. dieren die er aan hangen nergens belemmerd worden en de stress tot het minimum gereduceerd word.
2.1.2. dieren niet langer dan min bewustzijn aan hangen. eenden, ganzen en kalkoenen mogen er niet langer dan min bewustzijn aanhangen.
2.1.3. gemakkelijk toegankelijk voor als een dier van de slachtlijn verwijderd moet worden.
2.2. omvang en de vorm van de metalen haken:
2.2.1. afgestemd op de poten van de dieren. zodat het dier zo min mogelijk pijn leid.
2.3. uitrusting voor waterbadbedwelming
2.3.1. zo danig ontworpen dat er geen water kan overlopen
2.3.2. dat de diepte kan worden aangepast aan de vogels.
2.4. elektroden:
2.4.1. over de volle lengte van het waterbad aangebracht.
2.4.2. als de haken over het water gaan da er altijd in contant contact staan met de geaarde geleider
2.5. van de haken van de vogels totdat zij de waterbadbedwelmer in gaan:
2.5.1. voorziening aan gebracht dat ze met de borst van de dieren in aanraking komt om hen te kalmeren.
2.6. toegang tot uitrusting voor waterbadbedwelming:
2.6.1. zodat de vogels alle tijden bedwelmd zijn
2.6.2. in het waterbad achterblijven als gevolg van een uitval of vertraging van de slachtlijn.
3. uitrusting voor elektrische bedwelming
3.1. uitrusting elektrische bedwelming:
3.1.1. toont en registreert cruciale parameters
3.1.2. duidelijk zijn voor personeel
3.1.3. worden jaar bewaard
3.2. levert een constante stroom
4. fixatie-uitrusting en fixatievoorzieningen
4.1. fixatie-uitrusting en fixatievoorzieningen
4.1.1. methoden voor bedwelmen of het doden optimaal kunnen toepassen
4.1.2. letsels of kneuzingen voorkomen
4.1.3. worstelingen om los te komen en uitbrengen van geluiden voorkomen
4.1.4. fixeren zo kort mogelijk duurt
4.2. runderen
4.2.1. laterale als de verticale beweging van de kop van het dier beperkt
5. onderbreng voorzieningen voor dieren die in containers worden afgeleverd
5.1. hokken, drijfgangen en looppaden:
5.1.1. zodat de dieren een normale loopgedrag en vrije richting kunnen lopen.
5.1.2. varkens en schapen naast elkaar kunnen lopen.
5.2. vlonders en bruggen:
5.2.1. beschermd zodat de dieren er niet kunnen afvallen.
5.3. systeem voor watertoevoer in hokken:
5.3.1. zodat ze altijd schoon en vers water hebben
5.4. stalruimte wordt gebruikt:
5.4.1. gebouwd met effen vloer en stevige zijwanden.
5.5. constructie en onderhoud van de vloer
5.5.1. zo danig beperkt dat ze geen letsels aan hun poten, uitschuiven of vallen
5.6. schachthuizen die openlucht-voorzieningen hebben zonder natuurlijke beschutting of schaduw
5.6.1. bescherming bij slecht weer
5.6.2. geen natuurlijke waterbron -> drinkinstalaties aangebracht.
6. uitrusting voor bedwelming van varkens en pluimvee met gas
6.1. gasbedwelmingsinstalatie, transportbanden:
6.1.1. methode voor her bedwelmen met gas optimaal kunnen zijn.
6.1.2. letsels of kneuzingen kunnen voorkomen:
6.1.3. eventuele worstelingen om los te komen en uitbrengen van geluiden tijdens fixeren te voorkomen.
6.2. gabedwelmingsinstallatie:
6.2.1. om gasconcentratie en blootstellingsduur te kunnen meten, weer te geven en te registreren