stage plekken

1. locaties

1.1. veel verschillende locaties

1.1.1. of heel groot of heel klein

1.1.1.1. vaak niet veilig genoeg

2. werkdruk

2.1. enorm hoog

2.1.1. veel papier werk

2.1.1.1. stagiaires krijgen verantwoordelijkheden die ze niet mogen krijgen

2.2. door onder andere personeelstekorten

3. uitval stagiaires

3.1. veel verantwoordelijkheid, vaak als werknemer ingezet, ipv boventallig

3.2. weinig ervaring en geen bevoegdheden. als het fout gaat gevoel van falen

3.3. studievertraging op school, doordat opdrachten niet gedaan/afgetekend kunnen worden

3.3.1. hierdoor burn-out klachten

3.3.1.1. negatief gevoel bij de sector zorg en welzijn, waardoor ze later voor een andere sector kiezen.

4. Bejaardentehuis

4.1. kinderdagopvang

4.1.1. jeugdinrichting

4.1.1.1. ziekenhuis

4.1.1.1.1. verslavingszorg

5. wij kunnen bijvoorbeeld uitzoeken, hoe het komt dat stagiairs zo vaak stoppen met de opleiding. door te kijken naar wat er zich in de sector afspeelt, hoe afspraken tussen school, stageplekken en de stagiair tot stand komen en hoe die worden nageleefd.

5.1. stellen van regels en deze naleven

6. clienten

6.1. lichamelijk beperkten

6.1.1. verstandelijk beperkten

6.1.1.1. gedragsstoornissen

6.1.1.1.1. ouderen, jongeren en kinderen

6.2. veiligheid en gezondheid van patienen onder druk doordat stagiaires handelingen verrichten waarvoor ze niet bevoegd zijn.

7. stage-begeleiders

7.1. weinig tijd voor stagiaire

7.1.1. je ziet je stage-begeleider weinig

7.1.1.1. vaak onervaren beginnende werknemers

8. andere functie

8.1. zoals het hoort: een opleidingsplaats voor studenten

8.2. veel begeleiding en uitleg.

8.3. vanuit je stage doorgroei mogelijkheden voor een eventuele baan binnen het bedrijf

8.4. geen verplichte opdrachten.

8.5. geld verdienen

9. groeiende druk in de sector

9.1. bezuinigingen

9.1.1. vergrijzing

9.1.1.1. verschuiving mantelzorg