Scheikunde hfst 6

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Scheikunde hfst 6 Door Mind Map: Scheikunde hfst 6

1. 6.3 Vergiften

1.1. 6g zout per dag is ruim voldoende

1.2. Hoe giftiger des te kleiner de ADI-waarde

1.3. Hoe giftiger des te kleiner de MAC-waarde

1.4. Acute- & chronische vergiftiging

1.5. Stof die giftig is als je inademt (chloorgas) Stof die giftig is als je op eet (kogelvis) Stof die giftig is als je het aanraakt (reuzenberenklauw)

2. 6.4 geneesmiddelen vroeger en nu

2.1. Aspirine werd ontdekt in het jaar 0

2.2. Aspirine remt het vrijkomen van prostaglandines

2.3. Bijwerkingen Aspirine : geïrriteerde maag,, maagpijn en misselijkheid

2.4. Helpt bij problemen hart- en bloedvaten

2.5. Penicilline uitgevonden in september 1928

3. 6.5 Farmaceutische industrie

3.1. vroeger werden bijna alle geneesmiddelen uit planten of dieren gemaakt

3.2. de ontwikkeling 1. je formuleert een onderzoeksvraag 2. je bedenkt een hypothese 3. de stoffen worden gesynthetiseerd en gezuiverd 4. de stof word uitgebreid getest 5. stoffen worden op dieren getest 6. stoffen worden op mensen getest 7. grootschalig getest op mensen

3.3. een nieuw geneesmiddel moet eerst geregistreerd worden

3.4. bulkchemie is medicijnen in grote hoeveelheid

3.5. een batch is een reactie in een vat

4. 6.1 Gezond en ziek

4.1. Je bent gezond als je je lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.

4.2. Door lichamelijke klachten kan je behoorlijk depressief worden

4.3. Door gebrek aan weerstand kan je snel geïnfecteerd worden.

4.4. Bij de huisarts krijg je vaak geneesmiddelen

4.5. Alle kinderen krijgen in hun eerste levensjaar diverse vaccins gegeven

5. 6.2 Geneesmiddelen

5.1. Een geneesmiddel geneest, verzacht pijn of voorkomt een ziekte

5.2. In Nederland bestaat het Geneesmiddelen Repertorium

5.3. Bijsluiter: de samenstelling, wanneer je het medicijn niet mag gebruiken, de dosering, de werking/bijwerking, wisselwerking en waarschuwing gebruik bij zwangerschap / invloed op rijvaardigheid

5.4. Meestal zijn er weinig bijwerkingen

5.5. je kunt overgevoelig of allergisch zijn

5.6. Je kunt gewenning of verslaving krijgen aan een geneesmiddel

5.7. als je verschillende medicijnen tegelijk gebruikt kan er van alles gebeuren

5.8. een infectie ziekte kan genezen worden door weerstand

5.9. antibiotica doden bacteriën

5.10. als je een bepaald antibioticum te vaak neemt word je resistent