1. missie 3
1.1. Kenmerken van een legende: -Stichtelijk, religieus geïnspireerd verhaal met een historische kern. -Inhoud ruimtelijk en tijdelijk gesitueerd. -Centrale rol voor een heilige, Jezus, Maria of een heilig voorwerp. -Elementen die tot de verbeelding spreken.
1.2. kenmerken van een sage: - mondeling overgeleverd - ze bevatten een historische kern van waarheid - nauwkeurig gesitueerd in tijd en ruimte -aangedikt met fantasie-elementen uit het volksgeloof
1.2.1. Eigenlijke sage: - de oudste sagen - Er is spanning tussen de mensenwereld en die van buiten- en bovennatuurlijke krachten - verhalen over spoken, heksen, tovenaars, waarzeggers en andere bovennatuurlijke wezens als duivels, weerwolven, aardmannetjes (kabouters) ... - de gewone sterveling zal het onderspit delven tijdens conflicten die tussen beide werelden ontstaan - meestal tragisch en pessimistisch
1.2.2. Historische sage: - verhalen met een verklaring in : bv. de naam van een stad of gemeente, landschappen, een aardrijkskundige bijzonderheid... - Deze verhalen zijn minder pessimistisch van ondertoon.
1.2.3. Stadssage/urban legend/stadslegendes: - als 'waar' gebeurd verteld - over een bijzonder of bizar feit - in verschillende varianten duikt het uit het niets op - de geloofwaardigheid wordt verhoogd door de vermelding van precieze details - geen precieze bron (zogezegd uit 'goede bron vernomen') - over eigentijdse angsten, dreigingen en vooroordelen - soms een gruwelijke sfeer