1. De ouders hebben het druk met het babyzusje. Laat de ouder bij jou zitten met de baby en laat de baby in een boekje kijken; zo kunnen ze naar symbolen en figuren kijken, want het hoeft niet altijd om de tekst te gaan.
2. opleidingsniveau
2.1. Het opleidingsniveau van de kinderen; hoogbegaafd, minder begaafd of er tussenin
3. sociaaleconomische achtergrond
3.1. Betrekking hebben op de sociale en economische kant
3.1.1. Opleiding en vaardigheden spelen een grote rol
3.1.2. Welvaart/welzijn en de gezondheid van de mensen
4. culturele/etnische achtergrond
4.1. Kijken naar de culturele achtergrond = boeken lezen over hun cultuur, misschien vinden ze dit interessant
4.2. Kijken naar de etnische achtergrond = hoe worden de kinderen opgevoed; met welke gedachte over mensen staan zij straks in de maatschappij
5. maatschappelijke en/of politieke trends
5.1. Gebruik maken van dagelijkse gebeurtenissen/trends wat de kinderen beter kunnen onthouden
6. mijn 'oplossing'
6.1. Kleine babyzusje
6.1.1. Het kan zijn dat de ouders het druk hebben met het kleine babyzusje, en nu?
6.1.1.1. We kunnen het kleine babyzusje 'combineren' met het traject van de 'Voorleesexpress'.
6.1.1.2. Zo zijn de ouders alsnog bezig met het babyzusje, maar zijn ze ook verbonden aan het traject.
6.2. Drukke ouders
6.2.1. Het kan zijn dat de ouders het druk hebben met hun werk, en nu?
6.2.1.1. Ook nu kunnen we de werkende ouders 'combineren' met het traject.
6.2.1.2. De ouders hebben het druk met hun werk. Ga eens met ze praten; maak samen een planning. Je kan met de ouders afspreken dat je langskomt op het tijdstip dat de ouders pauze hebben. Zo kunnen ze toch nog even afgeleid raken van hun werk én houden ze zich bezig met de methode van de 'Voorleesexpress'.
6.2.1.2.1. Speciale boeken laten lezen; soms heb je boeken waarin er allemaal verschillende vakjes zitten die je open kunt doen of er zitten verschillende structuren op de bladzijdes waaraan de kinderen kunnen voelen
6.2.1.2.2. Samen afspraken maken wanneer je langs kunt komen
6.2.1.2.3. De ouders motiveren door ze een klein cadeautje te geven (soms doen een bosje bloemen of een doosje chocolaatjes wonderen).
6.2.1.3. Zorg ervoor dat de ouders het ook interessant gaan vinden. Ze willen graag vorderingen zien, want dat betekent dat de methode werkt voor hun kinderen.
6.2.1.4. Maak het ook leuk voor de ouders; laat ze zien dat de kinderen het leuk vinden om te lezen en dat ze hier plezier in hebben.
6.2.1.4.1. Je hebt soms natuurlijk ook het geval dat een kind het niet leuk vindt om te lezen. Laat dan manieren zien waarop ze het misschien toch interessant gaan vinden.
7. leeftijdscategorie
7.1. Kinderen
7.1.1. Jonge kinderen met een taalachterstand
7.2. Volwassenen
7.2.1. De ouders van de kinderen die begeleid worden door de Voorleesexpress
8. fysieke kenmerken
8.1. Kenmerken die met je lichaam te maken hebben
9. hip and happening (interesses)
9.1. Interesses van jonge kinderen waardoor ze het lezen misschien leuker vinden en het beter gaan begrijpen
10. het 'probleem'
10.1. De aandacht van de kinderen erbij houden verloopt vaak soepel. De organisatie (of de vrijwilligers) vindt/vinden het soms moeilijk om drukke en (nauwelijks) beschikbare ouders te motiveren en verbonden te laten voelen met het traject
10.1.1. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de ouders ook bij het traject kunnen betrekken zodat de ouderen doorgaan met het lezen?
10.1.1.1. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de ouders hun werk even aan de kant leggen?
10.1.1.1.1. Hoe kunnen we het kleine babyzusje er ook een klein beetje bij betrekken?