de wereldoorlogen

geschiedenis project

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
de wereldoorlogen Door Mind Map: de wereldoorlogen

1. Neutraal

1.1. Geen kant kiezen

1.2. Neutraal komt van als je er niks mee te maken wil hebben.

1.3. 1917

1.4. De mensen die in een neutraal land woonden hadden minder last van de oorlog.

2. Nationalisme

2.1. Dat je eigen land lief hebt.

2.2. Het komt van het woord nationaal.

2.3. 19e eeuw

2.4. Dat er minder mensen in op stand komen.

3. Wereldoorlog

3.1. Oorlog tussen veel landen van de wereld.

3.2. Wereldoorlog komt door landen die meer macht willen hebben.

3.3. 1914

3.4. 1e wereldoorlog -> 30 miljoen doden, verdrag Versailles, kaart Europa veranderde

3.5. 2e wereldoorlog -> 60 miljoen doden,

4. Discriminatie

4.1. Een bepaalde groep anders behandelen wat nu nog steeds gebeurt.

4.2. Discriminatie komt van het beledigen van anderen.

4.3. 1941

4.4. Dat er een groep mensen boos wordt.

5. Dictator

5.1. Iemand die alleen een land bestuurd

5.2. Dictator komt van dicteren dit is voorlezen.

5.3. 1914 en 1939

5.4. Er komen sneller oorlogen.

6. Onderduiker

6.1. Een onderduiker is iemand die zich verstopt.

6.2. Onderduiken komt van je verstoppen.

6.3. 1939

6.4. De mensen die onderduikers helpen worden ook gevangen als ze er achter komen.

7. Economische crisis

7.1. Als meer mensen worden ontslagen en de productie slechter gaat.

7.2. Economische crisis komt van de achteruitgang van de economie.

7.3. 1929

7.4. Er is hongersnood omdat het eten opraakt.

8. Bezetting

8.1. Als in een land de macht overgenomen wordt door een ander land.

8.2. Bezetting komt voort uit iets bezet houden.

8.3. 1940

8.4. Duitseland kwam in Nederland aan de macht door bezetting.

9. Front

9.1. Een plek waar mensen vechten.

9.2. Front komt van het voorste gedeelte.

9.3. 1914 1e wereld oorlog

9.4. Er gingen midder dingen kapot omdat ze niet in een stad vochten.

10. Capitulatie

10.1. Overgeven.

10.2. Capitulatie komt van capituleren, dat is je gewonnen geven.

10.3. 1918

10.4. Er worden afspraken gemaakt voor na de oorlog.

11. Holocaust

11.1. Joden vervolging.

11.2. Holocaust is een Grieks woord voor vernieting.

11.3. 1939

11.4. Veel joden vermoord in concentratie kampen.

12. Collaboratie

12.1. Je tegenpartij helpen

12.2. Collaboratie komt van collaboreren. Over lopen naar de vijand bv in de 2e wereld oorlog dat de nsb's duitseland gingen helpen.

12.3. 1939

12.4. De mensen die dat deden werden gezien als verraders.

13. Militarisme

13.1. Een bepaalde manier van denken van mensen die het leger belangrijk vinden.

13.2. Militarisme komt van het leger belangrijk vinden.

13.3. 1914

13.4. Het leger presteert beter.

14. Geallieerden

14.1. Samenwerken met andere landen.

14.2. Geallieerden komt van bondgenoten maken.

14.3. 1939

14.4. De gealliteerden hebben Europa bevrijd.

15. Razzia

15.1. De politie of het leger zoekt een speciale groep mensen.

15.2. Het komt van het franse woord voor stooptocht.

15.3. 1944

15.4. De joden gingen onderduiken.