Voeding

Mindmap voeding Fabian de Saegher Basisvoeding

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Voeding Door Mind Map: Voeding

1. Energiegebruik

2. Bloedglucosespiegel

3. Vocht

4. Alcohol

5. Schijf van vijf

6. 2000/2500kcal per dag

7. Energiegebruik = ruststofwisseling + lichaamsbeweging

8. 2000 vrouw en 2500 man GEMIDDELD

9. Factoren: Leeftijd, grootte, gespierdheid, getraindheid, man of vrouw

10. De bloedglucosespiegel (glykemie, (bloed)suikerspiegel) is de hoeveelheid in het bloed opgeloste glucose of bloedsuiker

11. De bloedsuikerspiegel wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Een normale nuchtere waarde ligt tussen de 4,0 en de 7,0 mmol/l

12. Diabetes

13. Bloedglucosespiegel te hoog.

14. Glucose: Brandstof voor je lichaam. Zorgt ervoor dat spieren en organen hun werk kunnen doen

15. Als de spiegel te hoog wordt, dan regelt je lichaam automatisch dat hij weer zakt, tenzij dat je diabetes hebt. Want dan heb je medicijnen nodig die de spiegel weer op peil brengen.

16. Wat is diabetes (suikerziekte)? Gebrek aan insuline. Er wordt te weinig of geen insuline in je bloed aangemaakt. Insuline is nodig voor de transport van glucose naar de lichaamscellen

17. Wat is vocht: Vocht is een essentieel onderdeel van een gezonde voeding.

18. Waarom hebben we vocht nodig? Water is de belangrijkste bouwstof van het lichaam. Het lichaam bestaat voor 50/60% uit vocht. De vetvrije massa bestaat voor 75% uit water.

19. Functies van vocht: Transport voor voedingsstoffen en afvalstoffen door het lichaam. Cruciale rol in de regulering van de lichaamstemperatuur

20. Hoeveel vocht hebben we nodig? Een gemiddeld mens heeft 1,5 tot 2 liter vocht per dag nodig. Dit moet je goed over de dag verdelen. Om je vochtbalans goed te houden, heb je meer vocht nodig als het warm is of als je sport.

21. Zweten: Als je lichaam via de bloedbaan, ademhaling en huid niet de warmte voldoende kan afvoeren, ga je zweten. En op deze manier warmte verliezen

22. Welke factoren spelen een rol bij zweten? Temperatuur Mate van inspanning Geslacht Leeftijd Angst Stress Alcoholgebruik Sommige ziektes Voedsel En individueel bepaald

23. Diabetes Type 1 en 2: Bij diabetes type 2 heeft het lichaam te weinig insuline. Bovendien reageert het niet meer goed op insuline: dat heet ongevoeligheid voor insuline. Mensen met diabetes type 2 krijgen meestal voedings- en bewegingsadviezen, aangevuld met medicijnen. Soms moet iemand ook insuline spuiten. Het lichaam van mensen met diabetes type 1 maakt zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken vernielt. Daarom moet je met diabetes type 1 insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen.

24. Tekort aan vocht? Vermindering van coördinatie en concentratievermogen Prestatievermindering Uitputtingsverschijnselen Hittestuwing en coma

25. Wat is alcohol? Alcohol ontstaat door gisting van suikers en stopt bij ongeveer 15% alcohol. Hogere percentages kunnen ontstaan door verdamping en afkoeling van zwak alcoholhoudende dranken.

26. Wat doet alcohol? Alcohol wordt snel opgenomen in je bloed en bereikt binnen 10 minuten je hersenen. Vanaf dat moment ben je onder invloed.

27. De alcoholbehoefte: Alcohol is ABSOLUUT NIET NODIG voor het lichaam. Het is wel een voedingsmiddel dat in westerse landen gedronken wordt.

28. Alcohol bij sporten: Het beste is om geen alcohol te gebruiken voor het sporten of tijdens sporten. Omdat je snel uitdroogt, negatieve invloed heeft op je sportprestaties, situatiebeoordeling, reactievermogen en motoriek.

29. Alcohol onttrekt vocht aan het lichaam doordat het de urineproductie stimuleert. Dit is natuurlijk een ongewenst effect. Bij trainingen en wedstrijden is een goede vochtbalans van het lichaam juist erg belangrijk.

30. Waar haal je energie uit? Dat doe je door te eten en te drinken. Vooral koolhydraten en vetten zorgen voor die energie. Want bij verbranding komt energie vrij. Koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen voor het lichaam. De spieren gebruiken de energie van de koolhydraten en de vetten. De verbranding van vetten is onmogelijk zonder zuurstof

31. In de schijf van vijf staan de voedingsmiddelen die samen het fundament vormen van een gezond voedingspatroon.

32. Aminozuren

33. Antioxidant

34. Vezels

35. 30/40gr per dag gemiddeld

36. Waar zitten voedingsvezels in bijvoorbeeld: Plantaardige producten zoals: Groente, fruit, aardappelen. In dierlijke voedingsmiddelen komen ze niet voor.

37. Sporters gebruiken dit om spierpijn te verminderen en spiergroei te stimuleren

38. Positief effect op je sportprestatie en hertel

39. Wanneer hebben aminozuren zin? Als je bepaalde voedingsmiddelen niet of te weinig eet kan een eiwittekort onstaan.

40. Als je tekort van aminozuren komt, kan je beter werken aan je basisvoedingspatroon i.p.v. supplementen innemen.

41. Essentiele en niet essentiele aminozuren: Niet essentiele worden aangemaakt door je lichaam zelf. Essentiele aminozuren zitten in de supplementen en ook natuurlijk in je basisvoeding.

42. Wat is antioxidanten? Antioxidanten is een verzamelnaam voor stoffen zoals de vitamines E en C, spoorelementen zoals seleen en bioactieve stoffen, zoals aanwezig in groente en fruit.

43. Wat doen antioxidanten? Antioxidanten vangen vrije radicalen weg. Dit zijn agressieve stoffen die in ongunstige gevallen schade kunnen geven aan cellen en weefsels. Zo kunnen antioxidanten helpen tegen deze beschadiging en daarmee mogelijk op de lange termijn ziekten als kanker en hart- en vaatziekten voorkomen.

44. Zijn antioxidanten supplementen goed om te slikken? Het slikken van supplementen of het eten van superfoods met antioxidanten heeft geen extra gezondheidseffect. Via je normale voedingspatroon krijg je al genoeg antioxidanten binnen. In sommige studies leek het risico op kanker zelfs toe te nemen bij het nemen van antioxidantsupplementen.

45. Wat zijn voedingsvezels? Voedingsvezels zijn de onverteerbare delen van planten. Ze vallen onder de koolhydraten. Voedingsvezels leveren nauwelijks energie, omdat ze amper verteerd worden.

46. Waarom hebben we voedingsvezels nodig? Voedingsvezels stimuleren de darmwerking en vergroten de hoeveelheid ontlasting. Ze hebben een laxerende werking.

47. Voedingsvezels spelen een belangrijke rol bij de regulering van de bloedglucosespiegel

48. Vezelrijke voeding: Mineralen: Calcium, ijzer, magnesium en zink.

49. g