Complicaties van de bloedsomloop voorkomen

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Complicaties van de bloedsomloop voorkomen Door Mind Map: Complicaties van de bloedsomloop voorkomen

1. Flauwvallen

1.1. orthostatische hypotensie

1.1.1. De volgende maatregelen kunnen flauwvallen voorkomen: Laat de zorgvrager actieve en passieve oefeningen in rugligging doen vóórdat hij rechtop gaat zitten. Doe regelmatig de rugsteun omhoog en plaats de kussens in een huisje, als dit is toegestaan. Laat de zorgvrager zo veel mogelijk zelf doen tijdens de bedverpleging. Denk ook aan hulpmiddelen, zoals een papegaai of een touwladder. Mobiliseer de zorgvrager in stappen: eerst op de rand van het bed zitten, met de benen bengelen, enige tijd goed rechtop op de bedrand blijven zitten, naast het bed gaan staan, zitten in een stoel vlak naast het bed, daarna wat verder van het bed af, enzovoort. Dit mobiliseren gebeurt altijd onder leiding van minimaal één zorgverlener, zodat de zorgvrager geobserveerd kan worden.

2. Trombose en embolie

2.1. diepe veneuze trombose (DVT)

2.1.1. De zorgvrager heeft pijn in de kuit en voetzool, vooral bij druk of bij overstrekking van de voet. Vaak geeft hij dit aan als je zijn been optilt om het te wassen. De kuit voelt vast aan en het been is dikker door oedeem. Het been voelt warm aan in vergelijking met het andere been. De huid is glanzend en blauwachtig verkleurd door een verlaagd zuurstofgehalte. De lichaamstemperatuur is licht verhoogd en de pols is versneld. De zorgvrager is onrustig en angstig.

2.1.1.1. Zorg ervoor dat de huid op plaatsen waar bloedvaten aan de oppervlakte lopen, niet afgekneld wordt door bijvoorbeeld kussens of banden van kousen. Laat de zorgvrager niet met de benen over elkaar liggen. Laat de zorgvrager in bed regelmatig oefeningen met de benen en de voeten doen. Mobiliseer de zorgvrager zo vroeg mogelijk. Let op de juiste houding in bed, pas wisselligging toe om de drie uur. Gebruik elastische kousen om de bloedvaten te ondersteunen. Deze zijn er in diverse sterkten en worden altijd per persoon aangemeten. Gebruik (op voorschrift van de arts) medicijnen om bloedstolselvorming te voorkomen: anticoagulantia.

2.2. longembolie,

2.2.1. De zorgvrager krijgt acute pijn in de zij door prikkeling van de longvliezen bij het ademhalen. Hij heeft vooral pijn tijdens het inademen. De zorgvrager krijgt last van acute benauwdheid en wordt angstig. De zorgvrager heeft last van duizeligheid, misselijkheid of collaps (buiten bewustzijn raken, neervallen). De hartslag is verhoogd, soms onregelmatig. De zorgvrager ziet bleek of cyanotisch en voelt klamkoud aan, terwijl hij erg transpireert.

2.2.1.1. In een zeldzaam extreem geval kan een grote longembolie ervoor zorgen dat het hart stopt met pompen als gevolg van de bloedprop, omdat er nauwelijks meer bloed vanuit de longen het hart bereikt. Een kleine longembolie kan echter zonder duidelijke symptomen verlopen. Als je verschijnselen van trombose of embolie signaleert, waarschuw je altijd een arts of de leidinggevende en immobiliseer je de zorgvrager.