1. werkplek
1.1. voldoende
1.1.1. frisse lucht
1.1.2. licht
1.2. afleiding/stil
1.3. maak jezelf
1.3.1. foto
1.3.2. plant
1.3.3. kaars
1.4. voldoende ruimte
1.4.1. netjes
1.4.1.1. extra kastje
2. hoe studeren
2.1. oriënteren
2.1.1. wat doen tegen morgen?
2.1.2. planning maken/bekijken
2.1.2.1. wat
2.1.2.1.1. Pagina's?
2.1.2.1.2. vak?
2.1.2.1.3. wanneer?
2.1.2.1.4. hoelang?
2.2. voorbereiding
2.2.1. verzamel
2.2.1.1. boeken
2.2.1.2. materiaal
2.2.2. verken
2.2.2.1. bekijk
2.2.2.1.1. inhoudstafel
2.2.2.1.2. afbeeldingen
2.2.2.1.3. wat weet je nog?
2.3. uitvoering
2.3.1. lees tekst
2.3.2. tekst structuur geven
2.3.3. schema maken
2.3.4. besteed aandacht
2.3.4.1. je zwaktes
2.3.4.2. moeilijke onderwerpen
2.3.5. onthoud tekst
2.4. reflectie
2.4.1. zoek fouten
2.4.1.1. bekijk ze
2.4.2. controleer leerstof
2.4.2.1. begrijpt
2.4.2.2. kan toepassen
2.4.3. stel jezelf vragen
2.4.4. schrijf op
2.4.4.1. wat je weet
2.4.4.2. in kernwoorden
3. leerstof schematiseren
3.1. bedoeling
3.1.1. overzicht
3.1.1.1. inhoud tekst
3.1.1.2. leerstof
3.1.1.3. verbanden
3.1.1.4. ...
3.2. enkel belangrijkste ideeën
3.3. duidelijk
3.3.1. sleutelwoorden/afkortingen
3.3.2. kleuren/pijlen/symbolen
4. opzoekwerk
4.1. oriënteren
4.1.1. lees opdracht
4.1.2. vragen stellen jezelf
4.1.3. hoe aanpakken?
4.2. voorbereiding
4.2.1. tijdig beginnen
4.2.2. zoek info -> orden info
4.2.2.1. door schema
4.3. uitvoering
4.3.1. verwerk gevonden info
4.4. reflectie
4.4.1. hoe?
4.4.1.1. goed/slecht verlopen is
4.4.2. doel bereikt?
4.4.3. volgende keer anders?
5. pauze
5.1. tijd studeren
5.1.1. korte pauze
5.2. iets rustgevend
5.2.1. wandeling
5.2.2. liggen
5.2.3. huisdier spelen
5.3. slaap voldoende
6. tekst
6.1. lezen
6.1.1. oriënteren
6.1.1.1. lees
6.1.1.1.1. titels/ondertitels
6.1.1.1.2. voorwoord
6.1.1.1.3. inleiding
6.1.1.1.4. samenvatting hoofdstuk
6.1.1.2. bekijk
6.1.1.2.1. inhoudsopgaven
6.1.1.2.2. tabellen
6.1.1.2.3. afbeeldingen
6.1.1.2.4. ...
6.1.2. voorbereiding
6.1.2.1. zoek
6.1.2.1.1. doelstelling
6.1.2.1.2. oriëntatievragen
6.1.3. uitvoering
6.1.3.1. begrijp je het?
6.1.3.2. zoek hoofdgedachten/onderwerp
6.1.3.3. verbanden
6.1.3.3.1. delen tekst
6.2. structureren
6.2.1. zoek in alinea's
6.2.1.1. kernidee
6.2.1.2. onderwerp
6.2.1.3. belangrijke info
6.2.1.4. verbanden tussen alinea's
6.2.2. aanduiden
6.2.2.1. singaalwoorden
6.2.2.2. kernidee
6.2.2.3. kernwoorden
7. leerstof memoriseren
7.1. helpen
7.1.1. samenvatting
7.1.2. woordenlijst
7.1.3. flashkaarten
7.1.4. schema
7.2. volledige teksten leren
7.3. goed lezen
7.4. begrippen/feiten
7.4.1. instuderen
7.4.1.1. beelden maken
7.4.1.2. herhalen
8. slechte test/taak
8.1. wat doe je?
8.1.1. bedenk
8.1.1.1. hoe is gebeurd?
8.1.1.2. begreep je niet?
8.1.1.3. niet goed gepland?
8.1.1.4. niet goed geleerd?
8.1.1.5. teveel stress?
8.1.2. verbeter
8.1.2.1. veel leren
8.1.3. wat kan je veranderen?