thema dieren
Door Margo Graumans

1. 2. soorten en hun leefomgeving
1.1. waar wonen ze
1.1.1. hol, hok, nest etc.
1.2. waar komen ze voor
1.2.1. jungle
1.2.2. boerderij
1.2.3. dierentuin
1.2.4. thuis
1.2.5. lucht
1.2.6. bos
1.3. land-, lucht- en zeedieren
1.4. zoogdieren, vissen, amfibieën vogels, insecten etc.
1.5. tamme en wilde dieren
2. 7. overgang naar lente: voortplanting
2.1. ei
2.2. gewoon zoals de mens, draagtijd
2.3. hoe heten de jonge dieren
2.4. cyclus oa van ei tot vlinder
3. 1. hoe zien ze er uit
3.1. poten
3.1.1. hoeveel
3.1.2. klauwen
3.1.3. tenen
3.1.4. benen
3.1.5. hoeveel?
3.2. staart
3.3. vleugels
3.4. gewervelde/ongewervelde
3.5. schutkleuren/kleuren
4. 5. Hoe kun je zien/horen dat ze er zijn?
4.1. voetsporen
4.2. geluiden
5. Hoek: dierenwinkel
5.1. boek feest in het dierenwinkeltje
6. 3. wat eten ze?
6.1. carnivoren/herbivoren/omnivoren
6.2. hoe zie de ontlasting er dan uit? (boek kleine mol)
7. Hoek: beroepen met dieren
7.1. dierenarts
7.2. verzorger in de dierentuin
7.3. dierenambulance
7.4. dierenasiel
7.5. hondentrimmer
7.6. vogelspotter
7.7. boswachter
7.8. herder
7.9. boer
8. 6.waar gebruiken wij de dieren voor
8.1. eten van vlees en eieren
8.2. melk
8.3. vlees
8.4. vacht/vel
8.5. huisdier: knuffelen
8.6. als hulpdier: hulphond, lastezel, paarden op de boerderij etc.
8.7. als hobby: paardrijden etc.
9. 4.voortbewegen
9.1. vliegen
9.2. lopen
9.3. kruipen
9.4. zwemmen
9.5. snel/langzaam
10. dieren van vroeger
10.1. uit de verschillende periodes
10.1.1. dinosaurussen etc