De puberteit

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
De puberteit Door Mind Map: De puberteit

1. De lichamelijke ontwikkeling

1.1. De groeispurt

1.1.1. onhandigheid

1.1.2. krom lopen

1.1.3. meer spieren, vet en sterkere botten

1.2. De hersenontwikkeling

1.2.1. verbindingen in de hersenen nemen minder snel toe

1.2.2. er worden wel nog verbindingen gemaakt, maar hierdoor vervagen gebeurtenissen van vroeger.

1.2.3. delen die nog moeten ontwikkelen zijn: Plannen, organiseren, structuur aanbrengen en zelfstandig werken

1.2.4. hersenen worden steeds beter in dingen opslaan. Hierdoor word leren ook makkelijker

1.3. Slapen en eten

1.3.1. het slaapritme verplaatst naar achter, eerder was je om 21:00 moe nu is dit veel later.

1.3.1.1. hierdoor krijgen pubers na mate de tijd dan ook minder slaap

1.3.1.1.1. Dit komt door een hormoon dat het meeste vrij komt tijdens het slapen. dit hormoon zorgt ervoor dat je later op de avond pas moe wordt. iets wat dan wel kan opspelen is een chronisch slaapgebrek

1.3.2. een groeispurt kan als gevolg hebben dat pubers meer gaan eten. dit komt omdat het groeien ook energie kost

2. De persoonlijkheids ontwikkeling

2.1. Het losmakingsproces

2.1.1. de houding van pubers tegen over hun ouders veranderd

2.1.2. als pubers voor hun gevoel te weinig zelfstandigheid ervaren kan er strijd komen tussen ouders en puber

2.2. kiezen

2.2.1. pubers komen in een 2-strijd met zich zelf. de vriendengroep zegt wat anders dan dat de ouders zeggen, hierdoor weten ze niet voor wie ze moeten gaan kiezen

3. De sociale ontwikkeling

3.1. de puber in relatie tot de groep

3.1.1. ouders verdwijnen langzaam op de achtergrond en vrienden kom naar de voorgrond, de vrienden groep word ook wel de peergroup genoemd

3.1.1.1. De peergroup geeft de puber een gevoel van zekerheid, veiligheid en eigenwaarde.

3.1.1.2. pubers voelen zich gewaardeerd door de peergroup

3.1.1.3. ze bespreken in de peergroup onderling hun ervaringen met het andere geslacht

3.1.1.4. puber overdrijven vaak hun ervaringen , ze maken iets erger of groter dan dat het daadwerkelijk is

4. De emotionele ontwikkeling

4.1. veranderingen

4.1.1. je wisselt van school, van kleine ( veilige ) basisschool naar grote ( minder veilige ) plek.

4.1.1.1. je krijgt nieuwe vrienden en leert nieuwe mensen kennen. Er gaan waarschijnlijk ook mensen uit je leven.

4.1.2. lichamelijke en hormonale veranderingen bij meisjes zijn bijvoorbeeld: Meisjes krijgen borsten, haren op hun benen, in de oksels en in de schaamstreek. De menstruatie begint.

4.1.2.1. lichamelijke en hormonale veranderingen bij jongens zijn bijvoorbeeld: Jongens krijgen in de puberteit baardgroei, schaamhaar en de ‘baard in hun keel’. Dat betekent dat hun stem lager en zwaarder gaat klinken. de penis en ballen gaan groeien.

4.1.2.2. gevolgen hiervan kunnen zijn dat pubers zich niet goed voelen in hun lichaam, onderschat of overschat worden en onzeker, opgelaten en verward voelen.

4.2. invloed vroege en late rijping

4.2.1. meisjes en jongens met vroege rijping zijn op jongere leeftijd populairder

4.2.2. jongens met vroege rijping hebben meer kan om in aanraking te komen met criminele activiteiten

4.2.3. meisjes met vroege rijping populair bij oudere jongens, die zijn uit op seksueel contact

4.3. stemmingswisselingen

4.3.1. er komen nieuwe hormonen die zich nog moeten gaan settelen

4.3.1.1. gevolgen hiervan zijn stemmingswisselingen het ene moment zijn ze heel erg volwassen en weten ze hoe alles werkt en moet, het andere moment kunnen ze helemaal uitflippen of in huilen uitbarsten.

5. De seksuele ontwikkeling

5.1. afvragen

5.1.1. pubers gaan zich afvragen of hun gevoelens en gedachtes wel normaal zijn

5.1.1.1. vaak als ze zich hierover uitspreken tegen leeftijdsgenoten komen ze erachter dat het eigenlijk allemaal heel erg normaal is

5.2. meisjes

5.2.1. meisjes zijn gemiddeld een jaar eerder geslachtsrijp

5.2.1.1. meisjes hebben meer romantische fantasieën

5.3. jongens

5.3.1. hebben meer seksuele fantasieën

6. De cognitieve ontwikkeling

6.1. hoe ga je als ouder of pw'er/oa'er met hun gedachtes om?

6.1.1. bespreek dingen met ze en laat ze meedenken

6.1.2. ben duidelijk