Hindoeïsme

1. Essentie

1.1. Karma

1.1.1. Wat je in dit leven doet, heeft invloed 'hoe' je je volgende leven terug komt (reincarnatie).

1.2. Kastenstelsel

1.2.1. 4 kasten

1.2.1.1. Brahmanen (priesters)

1.2.1.2. Kshatriya’s (edelen en soldaten)

1.2.1.3. Vaishya’s (kooplieden)

1.2.1.4. Sudra’s (dienaren)

2. Vieringen

2.1. Geboorte

2.1.1. Priester bidt om gezondheid en welzijn

2.2. Dood/crematie

2.2.1. 12 dagen rituelen voor de ziel van de overledene.

2.3. De heilige draad

2.3.1. Voor jongens tussen de 9 en 11 jaar. Dan krijgen ze van de priester hun heilige draad.

2.4. Huwelijk

2.4.1. Vrouw draagt een sari en wordt versiert met henna

2.4.2. Duurt meerdere dagen

3. Rituelen

3.1. Koeien zijn heilig

3.2. Hindoes bidden tot honderden goden

4. Ontstaan

4.1. Geen stichter

4.2. Geen heilig boek

4.3. India

5. Gebruiken

5.1. Eten met handen

5.2. Linkerhand is onrein

5.3. Vegetarisch

5.3.1. Doden voor het eten is verboden

5.4. Geen varkensvlees

5.5. Meerdere generaties van een familie wonen in één huis/

6. Feesten

6.1. Het Hindoe-jaar

6.1.1. Speciale kalendertelling afhankelijk van de stand van de planeten

6.2. Dussehra

6.3. Divali

6.4. Holi