Dyslexie
Door Mar Sh
1. Diagnose
1.1. Dyslexie onderzoek
1.2. Ernstige enkelvoudige dyslexie
1.3. Drie vormen
1.3.1. Onderkennende diagnose
1.3.2. Verklarende diagnose
1.3.3. Indicerende diagnose
1.4. DSM-5
1.5. PDDB
2. Staat los van intellegentie
3. Rechten hebben op:
3.1. Extra tijd
3.2. Ander lettertype
3.3. Ander kleur papier
4. Leerstoornis
4.1. Taalontwikkelingstoornis
4.2. Een specifieke lees-en spellingstoornis
4.3. Woordniveau
4.4. Concentratieproblemen
5. Kenmerken van dyslexie
5.1. Uitingsvorm verandert gedurende de levensloop.
5.2. Afhankelijk van schoolse taken: naast het lezen en schrijven kan dyslexie ook invloed hebben op het aanleren van vreemde talen, het organiseren van huiswerk etc.
5.3. Uitingsvorm is verschillend en niet gelijk voor iedereen met dyslexie.
5.4. Ruime oriëntering noodzakelijk.
6. Model van het Intergenerationeel Meervoudig Tekort
6.1. Ouders (genen en omgeving)
6.1.1. Genetische factoren
6.1.2. Breinstructuur en - functie
6.1.3. Cognitieve processen
6.1.4. Gedrag (dyslexie)
6.2. Overige omgevingsfactoren
6.3. Kind
7. Multidisciplinaire samenwerking
7.1. Ouders
7.2. Remedial teacher
7.3. Leerkracht
7.4. Logopedist
7.5. Pedagoog
8. Gemeenten
8.1. Vergoedingen
9. Afnamen en analyse
9.1. Leestoetsen
9.2. Spellingtoetsen
9.3. Schrijfproducten
10. Moeite met automatiseren
11. Moeite met:
11.1. Lezen
11.2. Spelling
11.3. Schrijven
11.4. Op woorden komen
11.5. Draaien van letters
12. Voordelen:
12.1. Creatief
12.2. Ruimdenkend
13. Fonologisch coherentiemodel
13.1. Semantische code (betekenis)
13.2. Orthografische code (letters)
13.3. Fonologische code (klanken)
14. Handelingsgericht werken
14.1. Doelgericht
14.2. Wisselwerking en afstemming
14.3. Onderwijsbehoeften staan centraal
14.4. Leerkrachten maken het verschil, ouders doen er evenzeer toe
14.5. Positieve aspecten van leerlingen, leerkrachten en ouders zijn van groot belang
14.6. Betrokkenen werken constructief samen
14.7. Werkwijze is systematisch en transparant
15. Componenten van taal
15.1. Taalinhoud
15.1.1. Semantisch aspect
15.2. Taalvorm
15.2.1. Fonologie
15.2.2. Morfologie
15.2.3. Syntaxis
15.3. Taalgebruik
15.3.1. Pragmatiek
16. Comorbiditeit
16.1. Stoornissen
16.1.1. ADHD
16.1.2. TOS/SLI
16.1.3. Dyscalculie
16.1.4. Autisme
16.2. Andere problematiek
16.2.1. Meertaligheid
16.2.2. Motorische problemen
16.2.3. Hoogbegaafdheid
16.2.4. Sociaal-emotionele problemen