
1. Het Begin
1.1. Wapenwedloop
1.1.1. Een strijd tussen verschillende landen om de beste en modernste wapens en legers te hebben.
1.2. Militarisme
1.2.1. Een cultuur waarin mensen trots zijn op het leger en de militairen. Uniformen en militaire symbolen worden met trots gedragen. Er worden parades georganiseerd en oorlog wordt gezien als iets positiefs.
1.3. Nationalisme
1.3.1. Een liefde voor het eigen volk en cultuur, met de behoefte om voor dit volk een zelfstandig land te hebben.
1.4. Kolonie
1.4.1. Een gebied met veel grondstoffen buiten het eigen land dat bestuurd wordt door het moederland en vaak gebruikt wordt om veel winst te maken. Soms wordt het gebied ook gebruikt om de cultuur van het moederland over te brengen.
1.5. Modern imperialisme
1.5.1. Bij imperialisme willen landen hun rijk uitbreiden. Dit deden ze door gebieden te veroveren. Hierbij ging het vooral om geld verdienen aan deze kolonies. Bij modern imperialisme gingen de landen nog een stap verder: ze wilden niet alleen geld verdienen aan hun kolonies maar ook hun macht uitbreiden en hun cultuur verspreiden.
1.6. Bondgenootschappen
1.6.1. Afspraak tussen landen om elkaar te steunen als een van de landen in een oorlog verwikkeld raakt.
1.7. Geallieerden
1.7.1. Bondgenootschap in de Eerste Wereldoorlog van Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland (tot 1917: val van de tsaar en uitbreken Russische Revolutie) en de Verenigde Staten (vanaf 1917: onbeperkte duikbootoorlog).
1.8. Centrale mogendheden
1.8.1. Bondgenootschap van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse rijk.
1.9. Vijandbeelden
1.9.1. Het beeld dat mensen hebben van de vijand. Hierbij spelen wisselende maatschappelijk, politieke en individuele gebeurtenissen een grote rol. De maatschappij en politiek kunnen via de media het beeld van de vijand namelijk flink beïnvloeden, waardoor het beeld dat mensen van de vijand hebben veranderd.
1.10. Gavrilo Princip
1.10.1. Servische nationalist die de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand vermoordde. Deze aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.
1.11. Frans Ferdinand
1.11.1. Oostenrijkse kroonprins die samen met zijn vrouw Sophie werd vermoord door de Servische nationalist Gavrilo Princip.
1.12. Von Schlieffenplan
1.12.1. Plan bedacht door de Duitse generaal Von Schlieffen waarbij Duitsland via België Frankrijk probeerden te verslaan.
1.13. Loopgraven
1.13.1. Een loopgraaf is een lange uitgegraven geul waarin soldaten kunnen schuilen. Verschillende loopgraven werden aan elkaar verbonden, waardoor lange stelsels ontstonden. Ook ondergrondse slaapruimtes en schuilplekken aan de loopgraven vastgemaakt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lagen de loopgraven van vijandige partijen soms slechts tientallen meters uit elkaar.
2. Een nieuw soort oorlog
2.1. Gifgas
2.1.1. Chemische gassen die gebruikt worden als wapen. In de Eerste Wereldoorlog werden chloorgas en mosterdgas in vijandige loopgraven geworpen, met veel doden en gewonden als gevolg.
2.2. Propaganda
2.2.1. Informatie die maar één kant van het verhaal vertelt. Bedoeld om tegenstanders zwart te maken en om mensen te overtuigen van je eigen ideeën.
2.3. Censuur
2.3.1. Wanneer regeringen of groepen de vrijheid van meningsuiting beperken. Het schrijven of praten over bepaalde onderwerpen is dan verboden.
2.4. Totale oorlog
2.4.1. Een oorlog waarbij niet alleen soldaten, maar de hele samenleving betrokken is.
2.5. Shellshock
2.5.1. Een psychische aandoening bij soldaten. Voor het eerst onderzocht in de Eerste Wereldoorlog. Mensen die leden aan shellshock hadden onder andere last van stuiptrekkingen, nachtmerries, verlammingen, tijdelijke blindheid en paniekaanvallen.
2.6. Neutraal
2.6.1. Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. Nederland koos geen kant in de oorlog en vocht niet mee.
2.7. Mobilisatie
2.7.1. Het klaarmaken van een leger om aan te kunnen vallen of verdedigen. In de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal, maar werd het leger wel gemobiliseerd om de grens te bewaken.
2.8. Distributiebonnen
2.8.1. Een bonnensysteem waarmee eten en goederen waar een tekort aan was, eerlijk werden verdeeld onder de bevolking. Mensen kregen bonnen waarmee ze eten konden kopen. Zonder bon kon je het product niet kopen en je kon ook niet meer kopen.
2.9. Dodendraad
2.9.1. Elektrisch hek dat tijdens de Eerste Wereldoorlog langs de grens van Nederland en België lag. Het hek was gemaakt door Duitsland om te voorkomen dat soldaten naar Nederland vluchtten.
3. Oorlogsmoe
3.1. Onbeperkte duikbotenoorlog
3.1.1. Soort oorlogsvoering die gebruikt werd door Duitse onderzeeërs. Alle schepen die de duikboten tegenkwamen, werden tot zinken gebracht.
3.2. Zimmermanntelegram
3.2.1. Telegram dat verstuurd werd door de Duitse minister Zimmermann aan de ambassadeur van Mexico. In dit telegram stelde Zimmermann voor om samen te werken wanneer Mexico de Verenigde Staten zou aanvallen. Het telegram werd onderschept door de Britse geheime dienst en was voor de Verenigde Staten de reden om de oorlog te verklaren aan Duitsland.
4. De Russische Revolutie
4.1. Communisme
4.1.1. Politieke stroming die streeft naar gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen waardoor gelijkheid tussen de sociale klassen ontstaat.
4.2. Februarirevolutie
4.2.1. Een revolutie in Rusland in februari 1917. Tijdens deze revolutie wordt Tsaar Nicolaas II afgezet en komt er een tijdelijke regering in Rusland.
4.3. Oktoberrevolutie
4.3.1. De machtsovername in Rusland in 1917 door de communisten onder leiding van Lenin.
4.4. Vrede van Brest-Litovsk
4.4.1. Vredesverdrag tussen Duitsland en Rusland die een einde maakte aan de oorlog aan het oostfront van de Eerste Wereldoorlog.
4.5. Burgeroorlog
4.5.1. Een oorlog tussen verschillende groepen in een land.