Toxicologie

Solve your problems or get new ideas with basic brainstorming

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Toxicologie Door Mind Map: Toxicologie

1. Giftigheid van gewasbeschermingsmiddelen van veel factoren afhankelijk

1.1. Soort

1.1.1. Mens

1.1.2. Goal 2

1.1.3. varken

1.1.4. Kip

1.1.5. etc

1.2. Leeftijd

1.3. Ziektetoestand, weerstand

1.4. Overgevoeligheid

1.5. Fysiologische toestand

1.5.1. Vermoeidheid door zware arbeid

1.5.2. Alchoholgebruik

1.5.3. Medicatie

1.5.4. Zwangerschap

1.6. weersomstandigheden

1.6.1. Warmte

1.6.2. Wind

2. Verschijnselen van vergiftiging

2.1. Slap, moe

2.2. Huidirritatie

2.3. Zweten

2.4. Overgeven

2.5. Dubbel zicht

2.6. Spiertrekkingen

2.7. Duizelig verward

2.8. Buikpijn, diarree

2.9. Brandende ogen

2.10. Bewusteloosheid

3. EHBO

3.1. Bescherm

3.1.1. jezelf

3.1.2. Het slachtoffer

3.1.3. Anderen

3.2. Alarmeren

3.2.1. Blijf zelf bij het slachtoffer

3.2.2. Laat iemand anders 112 bellen

3.2.2.1. Wat is er gebeurd

3.2.2.2. Waar is het gebeurd

3.2.2.3. Wie is er betrokken

3.2.2.4. Wanneer is het gebeurd

3.3. eerste hulp verlenen

3.3.1. Bewustzijn

3.3.2. Ademhaling

3.3.3. Bloed circulatie

3.4. Soort vergiftiging

3.4.1. Huid

3.4.1.1. Besmeurde kledij verwijderen

3.4.1.2. Huid wassen met water

3.4.2. ogen

3.4.2.1. Veel spoelenm met stromend water

3.4.3. Ingenomen

3.4.3.1. Water laten drinken

3.4.3.2. Nagaan of braken kan , indien ja laten braken

4. 2 Hoe nemen we toxische stoffen op?

4.1. Mond

4.1.1. 1e hulp

4.1.1.1. 112 bellen

4.1.1.2. uitzoeken welk product is ingenomen

4.1.1.3. Laten braken indien bij bewustzijn

4.1.2. Chronisch

4.1.2.1. Opstapeling van giftige stoffen in vet en lever

4.1.3. Acuut

4.1.3.1. Per vergissing

4.1.3.1.1. Binnen bereik van kinderen

4.1.3.1.2. Overgieten

4.1.3.2. vrijwillig , zelfmoordpoging

4.2. via ademhaling en longen

4.3. Huid en Slijmvliezen

4.3.1. via talgklieren en haar follikels

4.3.2. langs porien

4.3.3. Langs slijmvliezen , daar is de huid bijzonder dun

5. 1 begrippen

5.1. Inname = via de mond

5.2. Opname = via huid , ogen , slijmvliezen

5.3. Lethale dosis

6. Bescherming door de wetgever tegen chronische toxiciteit

6.1. Veiligheidstermijnen, tijd tussen laatste gebruik van de stof en de oogst

6.2. Invoering residu tolerantie = hoeveel gifstof mag er in het product terechtkomen uitgedrukt in ppm of dpm per kg product, per gewas vastgesteld,

6.2.1. Hoe bepalen??

6.2.1.1. NOEL waarde bepalen, No observable Effect met dierproeven

6.2.1.2. ADI waarde bepalen, aanvaardbare dagelijkse inname door de mens = NOEL gedeeld door 100

6.2.1.3. Berekenen Residu tolerantie = ADI x 60000 gr gedeeld door 400gr ( mens van 60 kg, 400 gram groente en fruit)

6.3. Controle op residu gehalte in marktklare producten

6.4. Integrale ketenbewaking

7. Bescherming van de gebruiker van de gewasestrijdingsmiddelen (de boer)

7.1. PBM

7.1.1. Waterdichte overal

7.1.1.1. Waterdicht

7.1.1.2. Bestand tegen de spuitstof

7.1.1.3. Wit

7.1.1.4. niet te zwaar

7.1.1.5. Soms voor éénmalig gebruik

7.1.2. Rubber handschoenen

7.1.2.1. Chemicalien bestendig meestal neopreen en titriline

7.1.2.2. Lange kap, mouwen spuitkleding over de kap heen

7.1.2.3. Symbolen op de handschoen:

7.1.2.3.1. Erlenmeyer= chemisch bestendig

7.1.2.3.2. Hamertje = mechanisch bestendig

7.1.3. Beschermende bril of masker

7.1.3.1. Snoetje = alleen stof bescherming

7.1.3.2. Halfgelaatmasker

7.1.3.2.1. opgebouwd uit stof filter en gasfilter

7.1.3.3. Volgelaat masker

7.1.3.4. Verse lucht kap en turbomasker

7.1.4. Rubberlaarzen