1. PRIKKELS
1.1. effectoren
1.1.1. spieren
1.1.1.1. bewust aangestuurd
1.1.1.2. onbewust aangestuurd
1.1.2. klieren
1.1.2.1. onbewust aangestuurd
2. SPIEREN
2.1. algemeen
2.1.1. voortbeweging
2.1.2. skeletspieren
2.1.2.1. gewrichten
2.1.2.2. pezen
2.1.3. huidspieren
2.1.4. orgaanspieren
2.2. soorten spieren
2.2.1. dwarsgestreepte spieren
2.2.2. gladde spieren
2.2.3. hartspier
2.3. bouw & werking spieren
2.3.1. spierbundels en spiervezels
2.3.2. antagonistische spieren
2.3.3. peristaltiek
3. KLIEREN
3.1. nut
3.1.1. excretie
3.1.1.1. schadelijke stoffen
3.1.2. secretie
3.1.2.1. nuttige stoffen
3.2. soorten klieren
3.2.1. exocriene klieren
3.2.1.1. afgeven aan omgeving (uitwendig)
3.2.2. endocriene klieren
3.2.2.1. afgeven aan bloed (inwendig)
3.3. werking klieren
3.3.1. exocriene klieren
3.3.1.1. secretie
3.3.1.1.1. spijsvertering
3.3.1.1.2. verzorging lichaam
3.3.1.1.3. bevochtigen en zuiveren
3.3.1.2. excretie
3.3.1.2.1. uitscheiden van bv. zweet
3.3.2. endocriene klieren
3.3.2.1. hypofyse
3.3.2.1.1. rechtstreekse werking
3.3.2.1.2. stuurt andere klieren aan
3.3.2.2. alvleesklier
3.3.2.3. bijniermerg
3.3.2.4. zwezerik
4. ANDERE ORGANISMEN
4.1. BEWEGING BIJ PLANTEN
4.1.1. waarom?
4.1.2. tropie
4.1.3. nastie
4.1.4. naamgeving