Latijn: cultuur: Godsdienst Dagelijkse rituelen. Godsdienst Vele goden

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Latijn: cultuur: Godsdienst Dagelijkse rituelen. Godsdienst Vele goden Door Mind Map: Latijn: cultuur: Godsdienst Dagelijkse rituelen. Godsdienst Vele goden

1. een eindeloze stoet goden

1.1. Romeinen volk van boeren

1.1.1. geloven dat oogst en gezondheid, succes in handel of oorlog afhangen van goddelijke krachten

1.1.2. tussen hen en mensen bestaat een band

1.1.2.1. die ze religio noemen

1.2. geloven dat elke godheid eigen taak heeft

1.2.1. kennen goden voor elk stapje in ontwikkeling van baby

1.3. pas als de mens volgens regels gebeden heeft en geofferd

1.3.1. wil godheid misschien aan zijn wensen voldoen

2. etruskische rituelen

2.1. Romeinen stap voor stap bouwen aan rijk

2.1.1. komen in contact met godsdienst van allerlei volkeren

2.1.2. van Etrusken

2.1.2.1. volk uit Midden-Italië

2.1.2.2. van etrusken nemen ze kunst over om toekomst voorspellen

2.1.3. de auspex of vogelwichelaar

2.1.3.1. probeert uit vlucht van vogels en uit aantal of gedrag

2.1.3.1.1. de wil van goden te kennen

2.1.3.2. vogels links voorbijvliegen

2.1.3.2.1. slecht voorteken

2.1.4. voor één veldslag kippen in legerkamp gevoederd

2.1.4.1. kippen gulzig eten

2.1.4.1.1. goed voorteken

2.1.4.1.2. ziet generaal da veldslag vol vertrouwen

2.1.5. haruspex of ingewandenschouwer

2.1.5.1. tracht op basis van kleur

2.1.5.2. ligging en de grootte van dierenorganen

2.1.5.2.1. vooral lever

2.1.5.2.2. inzicht in de wil van goden te krijgen

3. griekse invloeden

3.1. door contact met Grieken in Zuid-Italië en Sicilië

3.1.1. verschijnen in Romeinse steden vanaf 5e eeuw v.Chr.

3.1.1.1. tempels voor Griekse goden

3.2. oorspronkelijke Romeinse goden met Griekse gelijkgesteld

3.2.1. Romeinen nemen twaalf Griekse Olymische goden over

3.2.1.1. Mars oorspronkelijk landbouwgod

3.2.1.1.1. gelijkgesteld met Ares

4. goden uit andere culturen

4.1. Julius Caesar

4.1.1. die met Egyptische koningin Cleoptra verhouding heeft

4.1.1.1. zorgt persoonlijk ervoor dat in Romeinse rijk

4.1.1.1.1. een populaire Isiscultus ontstaat

4.2. nu kan je in Pompeji een compleet opgegraven Isistempel bezichtigen

4.3. Romeinse soldaten brengen uit veroverde gebieden

4.3.1. nog vele andere goden mee naar Rome

4.3.2. uit Klein-Azië word de cultus van Magna Mater of de grootmoeder ingevoerd

4.3.2.1. en verschijnen er heiligdommen voor Perzische god Mithras

4.4. bijzondere plaats ingenomen door christendom

4.4.1. dat gelooft in één god en leven na de dood

4.4.2. deze godsdienst wordt zo populair

4.4.2.1. dat hij uiteindelijk alle andere godsdiensten verdringt

4.4.2.2. in 4e eeuw na Chr. is dit de officiële godsdienst van Romeinse rijk geworden

5. paar tempels

5.1. tempel in Nîmes

5.2. tempel in Segesta

6. Goden

6.1. Jupiter/Zeus

6.1.1. koning van de goden heerser over hemel met bliksemschichten straft hij de mensen

6.2. Apollo

6.2.1. god van de muziek en het licht tweelingbroer van Diana

6.2.2. herken je aan de lier

6.3. Diana/Artemis

6.3.1. godin van de jacht, bossen en de maan tweelingzus van Apollo

6.3.2. herken je aan de boog

6.4. Minerva/Athena

6.4.1. godin van de wijsheid en van de krijgskunst geboren uit het hoofd van Jupiter

6.5. Neptunus/Poseidon

6.5.1. heerser over oceanen en rivieren god van de aardbevingen

6.5.2. herken je aan de drietand

6.6. Bacchus

6.6.1. griekse naam is: Dionysos

7. godsdienst begint thuis

7.1. hoofd van het gezin

7.1.1. pater familias

7.2. lararium

7.2.1. huisaltaar voor de Lares (huisgoden)

7.3. hele familia : vrouw,kinderen en slaven sluiten zich bij hem aan

7.4. groet huisgoden volgens vastgelegde gebeden

7.4.1. bidt tot de Penates: goden van de voorraadschuur

7.4.1.1. zorgen voor dagelijks brood

7.4.2. eindigt met een gebed tot Vesat: godin van huiselijke haard

7.4.2.1. brengt warmte en gezelligheid in gezin

7.5. met eerbied koestert pater familias ook de imagines: afbeeldingen van zijn voorouders

7.6. voor lararium draagbare haard opgesteld

7.6.1. daarop offert hij elke maaltijd deel van voedsel en wierook aan goden

7.6.1.1. geofferde voedsel aan eind van de dag verdeeld over de slaven

7.6.1.2. voor pater familias teken van voorspoed voor zijn huis, wanneer slaven lekkernijen van altaar oppeuzelen

8. geloof en bijgeloof

8.1. Fortuna : godin van het lot bepaalt voor Romeinen geluk en tegenslag

8.2. Romeinen erg bijgelovig

8.2.1. vele dragen een amulet om te beschermen tegen 'het boze oog'

8.2.2. bij verlaten van huis en je valt over drempel: beter thuisblijven

8.2.3. stuk eten valt van tafel: snel oprapen en opeten

8.2.4. gekras van uil horen of zwarte hond rond je huis zien: gegarandeerd onheil