1. indeling van de bedrijven
1.1. soorten
1.1.1. groothandelaar
1.1.1.1. grote hoeveelheden
1.1.1.2. aan andere bedrijven
1.1.2. kleinhandelaar
1.1.2.1. kleine hoeveelheden
1.1.2.2. aan consument
1.2. sectoren
1.2.1. primaire sector
1.2.1.1. zorgen voor grondstoffen
1.2.1.2. agrarische bedrijven
1.2.1.3. visserij
1.2.2. secundaire sector
1.2.2.1. verwerken grondstoffen
1.2.2.2. industriële = verwerkende
1.2.2.3. extractieve
1.2.3. tertiaire sector
1.2.3.1. zorgen dat afgewerkte producten/diensten => naar de consument
1.2.3.2. commerciële =handelsbedrijven
1.2.3.3. dienstverlenende bedrijven
1.2.4. quartiaire sector
1.2.4.1. non-profit organisaties
1.2.4.2. diensten verlenen zonder winst
2. begrippen
2.1. bedrijfskolom
2.1.1. weg van grondstof tot consument
2.2. productieproces
2.3. duurzaam ondernemen
2.4. maatschappelijk verantwoord ondernemen
2.5. industrieel vs ambachtelijk
2.6. particulier = consument
2.7. Loon Arbeider en wedde/salaris Bedienden
3. economie
3.1. Def: wetenschap, onderzoekt, behoefte bevredigen met schaarse middelen.
3.2. Staat in verband met
3.2.1. bedrijven: proximus, kbc
3.2.2. fair trade = eerlijke handel
3.2.3. overheid: jongeren aanzetten tot ondernemen
3.2.4. vakbonden = werknemersorganisatie
3.2.5. handelsmissies: nieuwe partners in het buitenland
4. bedrijfseconomie
4.1. onderdeel v.d. economie
4.2. INTERN
4.2.1. boekhouding
4.2.2. financiële toestand
4.2.3. marketing
4.2.4. organisatie van ondernemingen
4.3. EXTERN
4.3.1. bedrijf vs samenleving
4.3.2. bedrijf vs overheid
4.3.3. bedrijf vs bedrijf