1. Efficiënt communiceren
1.1. Gebruik non-verbale communicatie als ondersteuning bij wat je vertelt
1.1.1. Gebaren
1.1.2. Mimiek
1.2. Houd rekening met de beginsituatie van de doelgroep
1.2.1. Niveau
1.2.1.1. Mogelijkheid tot remediëring indien de cursist bepaalde mogelijkheden of achterstand ondervindt
1.2.2. Leeftijd: er is een verschil in lesgeven aan een klas 17-jarigen of aan een groep gepensioneerde cursisten (differentiatie)
1.2.3. Culturele achtergrond: voorbeelden gebruiken met verwijzingen naar andere culturen is een goede manier om iedereen te betrekken
1.3. Zorg voor voldoende interactie
2. Tips/adviezen
2.1. Stemgebruik: drink net na het opstaan een glas water, nog voor je een woord gesproken hebt. Drink ook voldoende tussen de lessen;
2.2. Inspeling: wees altijd voorbereid om onvoorziene omstandigheden. Er kan altijd iets gebeuren waardoor de voorbereide les niet verloopt zoals je ze gepland had (IT-problemen in het lokaal, de leerlingen hebben een zware toets na jouw les,...)
3. Uitdagingen
3.1. De les voldoende interactief maken
3.2. Iedereen voldoende aan bod laten komen
3.3. Voldoende rekening houden met individuele achtergrond, niveau, (beginsituatie) van de lln/ cursisten
3.4. Zelf het goede voorbeeld geven qua uitspraak, volume en tempo, zeker in het taalonderwijs
4. Do's
4.1. Maak de les zo aanschouwelijk mogelijk. Maak gebruik van:
4.1.1. Beeldmateriaal (foto's, grafieken, kaarten, cartoons,..)
4.1.2. Leerplatform
4.1.3. Mimio-board met cursuspack
4.1.4. Audiofragmenten, zeker aangewezen in taalonderwijs
4.2. Creëer een ontspannen sfeer door:
4.2.1. een ontspannen houding
4.2.2. humor
4.2.3. een zo klein mogelijke afstand met de lln/ cursisten (beweeg voldoende in de klas)
4.3. Zorg voor voldoende interactie door:
4.3.1. veel en gerichte vragen (onderwijsleergesprek)
4.3.2. voldoende oogcontact
4.3.3. lln/cursisten bij naam te noemen
4.4. Zorg voor duidelijkheid door:
4.4.1. duidelijke structuur
4.4.2. voldoende herhalen en herformuleren
4.4.3. mooie articulatie en goede intonatie
4.4.4. aangepast tempo en volume
4.4.5. concrete voorbeelden
4.4.6. correct taalgebruik