LEREN PRESENTEREN

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
LEREN PRESENTEREN Door Mind Map: LEREN PRESENTEREN

1. Aandachtspunten (feedback presentatie)

1.1. Oogcontact houden met het publiek

1.1.1. Tijdens mijn presentatie keek ik erg snel rond en keek ik het publiek niet goed aan. Dit zorgde voor afleiding bij het publiek.

1.2. Spreekpauzes

1.2.1. Tijdens mijn presentatie nam ik te weinig spreekpauzes om bepaalde zinnen door te laten dringen. Achteraf had dit voor meer duidelijkheid en rust in mijn presentatie gegeven

1.3. Inhoudsopgaven

1.3.1. In de PowerPoint presentatie die ik gebruikte voor mijn presentatie was ik vergeten een inhoudsopgaven te maken. Dit had voor wat extra duidelijkheid gegeven. Tevens was het doel van de presentatie ook niet erg goed duidelijk gemaakt door mijzelf

2. Kern module

2.1. In deze module kwam jezelf presenteren naar voren. Hoe maak je gebruik van verbale en non-verbale communicatie tegenover je publiek. Hierbij is het gebruik van ondersteunende middelen ook belangrijk.

3. Wat wist ik al?

3.1. Tonaliteit

3.1.1. Om de aandacht van je publiek niet te verliezen is het belangrijk dat je niet met een monotone stem spreekt. Breng variatie in je spreken.

3.2. Fysiologie

3.2.1. Let op houding (fysiologie) die je aanneemt tijdens een presentatie. (niet met je handen in je zakken, kauwgom, storend gebruik van handgebaren etc.)

3.3. Woordkeuze

3.3.1. Let op de woordkeuze die je gebruikt bij presenteren (gebruik van Jargon etc.) Pas je woordkeuze aan op je doelgroep.

4. Wat heb ik geleerd?

4.1. Spreekpauzes

4.1.1. Spreekpauzes zijn misschien wel het lastigste wat je kan doen in je presentatie. Laat soms een pauze vallen na een belangrijke zin, zodat deze zin doordringt bij het publiek.

4.2. Motiverende openingen

4.2.1. De opening van een presentatie is erg belangrijk. Probeer bij de eerste woorden het publiek al te boeien en betrekken bij je presentatie. Maak dus gebruik van motiverende openingen, zoals een anekdote, citaat of retorische vraag. Hiermee trek je meteen de aandacht en interesse van het publiek.

4.3. Representatiesystemen

4.3.1. Boodschap moet met verschillende middelen zowel auditief als visueel worden gecodeerd - Visueel (V) - Auditief tonaal (At) - Kinesthetisch (K) - Auditief digitaal (Ad) Keuze hangt af van het doel van de presentatie.

4.4. Sandwich Feedback model

4.4.1. Begin tijdens het geven met feedback met een positief punt van de presentatie. Ga daarna verder met een negatief feedbackpunt, maar vermijd het gebruik van MAAR, gebruik hiervoor EN. Sluit de feedback af met nog een positief punt.

5. Wat heb ik verbeterd?

5.1. Motiverende opening

5.1.1. Tijdens mijn presentatie heb ik duidelijk gebruik gemaakt van een motiverende opening in de vorm van een korte anekdote.

5.2. Woordkeuze

5.2.1. Pas je woordkeuze aan op het publiek waar je voor spreekt. Tijdens mijn presentatie gebruikte ik geen vaktermen of andere woorden die mogelijk voor verwarring of onduidelijkheid konden zorgen

5.3. Variatie in zinsopbouw

5.3.1. In mijn presentatie heb ik gelet op en gebruik gemaakt van variatie in mijn zinnen zodat het geen monotone presentatie zou worden.