Aardrijkskunde hoofdstuk 4 paragraaf 2 samenvatting

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Aardrijkskunde hoofdstuk 4 paragraaf 2 samenvatting Door Mind Map: Aardrijkskunde hoofdstuk 4 paragraaf 2 samenvatting

1. Verval: Het hoogteverschil tussen twee plaatsen waar een rivier stroomt.

2. Verhang: Het hoogteverschil per kilometer. Je berekent dit door de lengte te delen door het hoogteverschil.

3. Meanderen: De rivier sedimenteert en kronkelt. Dit gebeurt vooral in de benedenloop van de rivier.

4. Stroomgebied: Een verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt.

5. Waterscheiding: De grens tussen stroomgebieden

6. Vertragingstijd: De tijd die het water van een regenbui nodig heeft om uiteindelijk in de rivier te komen.

7. Ontbossing: De natuur verdwijnt.

8. Gletsjerrivier: Een rivier die vooral bestaat uit smeltwater.

9. Gemengde rivier: Een rivier die bestaat uit regenwater én smeltwater.

10. Stroomstelsel: Het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken noem je het stroomstelsel van een rivier. Dit bestaat uit drie delen: De bovenloop, de middenloop en de benedenloop.

10.1. d

11. De bovenloop: Hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

12. De middenloop: Het middelste deel, waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.

13. De benedenloop: Dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

14. Regiem: Het verschil in waterafvoer gedurende het jaar noemen we het regiem.

15. Regenrivier: Een rivier die bestaat uit water van regen.

16. Debiet: De totale hoeveelheid water die een rivier afvoert.

17. Piekafvoer: Het waterpeil stijgt in een korte periode erg sterk.