1. direct, indirect en diffuus
1.1. lichtstralen
1.1.1. aangeven dat licht alle kanten op gaat
1.2. schaduw
1.2.1. gebeid waar het licht niet rechtstreeks kan komen
1.3. direct licht
1.3.1. licht gaat rechtstreeks van lichtbron naar verlicht vlak
1.4. verstrooiing
1.4.1. licht veranderd van richting als het door doorschijnend materiaal heen beweegt
1.5. kernschaduw
1.5.1. plek waar schaduwen over elkaar heen vallen
1.5.1.1. donkerste gebied
1.6. halfschaduw
1.6.1. lichtere schaduwen naast kernschaduw
1.7. indirect licht
1.7.1. licht dat word weerkaatst
1.8. indirecte lichtbron
1.8.1. object dat licht van lichtbron weerkaatst
1.9. diffuuslicht
1.9.1. licht bv. door papier in verschillende richtingen worden verstrooid
2. spiegelbeeld
2.1. fluoresceren
2.1.1. als de ultraviolet straling stoffen laat oplichten
2.1.1.1. doorzichtige druk op geld
2.2. reflectoren
2.2.1. tripelspiegels worden hier toegepast
2.2.1.1. reflectors
2.3. spiegels
2.3.1. glasplaat met dun laagje aluminium of zilver en dan een laagje metaal
2.4. spiegelend
2.4.1. het licht word gericht teruggekaatst
2.5. spiegelbeeld
2.5.1. beeld dat je ziet als je in de spiegel kijkt
2.6. spegelschrift
2.6.1. tekst in het spiegelbeeld
2.7. spiegelwet
2.7.1. hoek van inval is hoek van terugkaatsing
2.8. tripelspiegel
2.8.1. 3spiegels loodrecht op elkaar
2.8.1.1. ondersteboven zien
2.9. hoek van inval
2.9.1. hoek tussen invallende lichtstraal en normaal
2.9.1.1. (<1)
2.10. reflectie
2.10.1. licht weerkaatst tegen doorschijnend vlak
2.11. hoek van terugkaatsing
2.11.1. hoek tussen teruggekaatste lichtstraling en de normaal
2.11.1.1. (<t)
3. Licht en kleur
3.1. natuurlijke lichtbron
3.1.1. zon
3.1.2. lichtbron uit de natuur
3.1.3. zonder elektriciteit
3.2. spectrum
3.2.1. reeksleuren -> Rood, oranje, geel, groen, blauw, violet
3.3. prisma
3.3.1. driehoekig stuk glas
3.4. spectraalkleuren
3.4.1. de zuivere kleuren in een spectrum
3.5. diffuse terugkaatsing
3.5.1. in alle richtingen teruggekaatst
3.6. zakspectroscoop
3.6.1. geeft het spectrum van de lamp weer
3.7. natriumlamp
3.7.1. lichtbron die maar 1 kleur licht geeft
3.7.1.1. geel
4. ifrarood en ultravioler
4.1. warmtelampen
4.1.1. zenden infrarode straling uit
4.2. infrarood strafling
4.2.1. warmte die alle mensen, dieren uitstralen
4.3. ultraviolet uitstraling
4.3.1. paars licht met langere golflengte dan zichtbaar licht
4.3.1.1. uv-lampen
4.4. uv- lampen
4.4.1. lampen met paars licht
4.5. beschermingsfactor
4.5.1. uv-filter beschermt huid tegen uv-licht
4.5.1.1. verbrand minder snel