1. Waarde toevoegen
1.1. Bruto versus netto toegevoegde waarde
1.2. Het analyseren van de waardeketen
1.2.1. Primaire proces
1.2.1.1. Ingaande logistiek
1.2.1.2. Operaaties
1.2.1.3. Uitgaande logistiek
1.2.1.4. Marketing en verkoop
1.2.1.5. Service en dienstverlening
1.2.2. Ondersteunende proces
1.2.2.1. Infrastructuur
1.2.2.2. Management en menselijk kapitaal
1.2.2.3. Technologieontwikkeling
1.2.2.4. Verwerving
1.3. Waardestrategieën van Treacy en Wiersema
1.3.1. Operationeel excellence
1.3.1.1. Taak en procesgedreven managen van personeel
1.3.1.2. Afstemmen van processen van leveranciers en de eigen organisatie
1.3.1.3. Het meten en monitoren van processen
1.3.1.4. Het nauwelijks toestaan van veranderingen in assotiment en procedures
1.3.2. Product leadership
1.3.2.1. Innovatie wordt aangemoedigd
1.3.2.2. R&D neemt een centrale positie binnen de orgaisatie
1.3.2.3. Flexibele bedrijfscultuur
1.3.3. Cuustomer intimacy
1.3.3.1. De organisatie is in staat naar wens van klant te leveren
1.3.3.2. Decentrale beslissingsbevoegdheid
1.3.3.3. De bedrijfscultuur is gericht op langdurige klantrelaties
2. Financiële doelstellingen behalen
2.1. Winst
2.2. Omzet
2.2.1. Rentabiliteit
2.2.2. Solvabiliteit
2.2.3. Liquiditeit
3. Het vormen van een missie, visie, strategie
3.1. Missie
3.1.1. Hulpmiddel bij motiveren
3.1.2. Dwingt bedrijf tot bezinning over de activiteiten
3.1.3. het creëren van een bepaald imago
3.2. Principes
3.2.1. Deze hebben betrekking op de normen en waarden van een bedrijf
3.3. Visie
3.3.1. Motiveren van medewerkers
3.3.2. Focussen van medewerkers op relevante activiteiten
3.3.3. Het scheppen van een kader
3.4. Strategie
3.4.1. Impliciet
3.4.2. Expliciet
3.5. Nadenken over een strategie
3.6. het aanpassen van een strategie
3.6.1. Een strategie heeft dus ook te maken met in hoeverre je je als bedrijf kunt aanpassen aan een veranderde omgeving en of je op deze veranderingen kunt anticiperen
3.7. Strategische niveaus
3.7.1. De meeste strategieën die door topmanagement van een bedrijf worden bedacht hebben een reikwijdte van vijf tot tien jaar
3.8. De benadering van Porter: generieke strategieën
3.8.1. Kostenleiderschapsstrategie
3.8.2. Differentiatiestrategie
3.8.3. Focusstrategie
3.8.4. De kostenfocus
3.8.5. Dieffenrentiatiefocus
4. Niet-financiële doelstellingen behalen
4.1. Prestatie-indicatoren
4.1.1. Groei
4.1.2. Synergie
4.1.3. Marktaandeel
4.1.4. Naambekendheid
4.1.5. Klantloyaliteit
4.1.6. Milieudoelstellingen
4.2. Kwaliteit leveren
4.2.1. Belangrijke redenen
4.2.1.1. Omdat de klanten het willen
4.2.1.2. Voor het versterken van de concurrentiepositie
4.2.1.3. Voor het verbeteren van processen
4.2.1.4. Voor het verbeteren van de communicatie
4.2.2. Kwaliteitszorg
4.2.2.1. Plan
4.2.2.2. Do
4.2.2.3. Check
4.2.2.4. Act
4.2.3. ISO
4.2.4. Duration
4.3. Ideële doelstellingen
4.3.1. Maatschappelijk verantwoord nemen
4.3.1.1. People
4.3.1.2. Planet
4.3.1.3. Profit
4.4. Duurzaamheid
4.4.1. Manieren voor bedrijven om duurzaam te ondenemen
4.4.1.1. Bedrijfsinterne milieuzorg
4.4.1.2. Milieukenmerk voor producten
4.4.1.3. Energiebesparing
4.4.1.4. Duurzame logistiek
4.4.1.5. Duurzaam inkopen
4.4.1.6. Afvalpreventie
4.4.1.7. Productgerichte milieuzorg
4.4.1.8. Duurzame productontwikkeling
4.4.1.9. Meten en monitoren van milieuprestaties
4.4.2. Klimaat en energie
4.4.3. Levenscyclusanalyse
4.4.4. Cradle to cradle
4.4.5. Duurzaam ondernemen voordelen
4.4.5.1. kostenbesparing door bijvoorbeeld nergie te besparen
4.4.5.2. Kostenbesparing door zorgvuldig frondstoffengebruik
4.4.5.3. Met innovatieve duurzame producten nieuwe markten aanbboren
4.4.5.4. Beter imagoe
4.4.5.5. Schonere werkomgeving
4.4.5.6. Gezonder werkklimaat
4.5. Ethiek en ethische dilemma's
4.5.1. Voorbeelden dilemma's
4.5.1.1. Om de ontwikkelingskosten terug te verdienen en winst te maken bepaalt het farmaceutische bedrijf de verkoopprijs op tienmaal de productiekosten. Hierdoor kunnen kinderen in ontwikkelingslanden geen medicijnen krijgen
4.5.1.2. Sommige Nederlandse ondernemingen werken in het Midden-Oosten, doorgaans voor het uitvoeren van infrastructurele projecten. In sommige landen wordt aan de Nederlandse managers gevraagd een niet-Joodverklaring af te geven voor alle Nederlanders die ingezet worden voor het uitvoeren van de projecten
4.5.1.3. De managers bij Philips slecht gekleed gaat of in een oude, kleine auto rijdt, brengt zijn carrière in gevaar.