1. constructivisme
1.1. geheugen : rhizome theory
1.2. sociale interactie
1.3. complexe en relevante omgevingen
1.4. zelfbeschikking over eigen leren
1.5. Piaget
1.5.1. 4 fasen van ontwikkeling : sensomotorische, pre-operationele, concreet operationele en formeel operationele
1.5.1.1. fasen altijd in dezelfde volgorde
1.5.1.2. nooit overgaan naar de ander fase als alles nog niet voldaan is
1.5.1.3. elke fase bevat alles van de vorige fases
1.5.1.4. 3 processen in de overgang naar volgende fase : assimilation, accomodation, equilibration
1.6. Bruner
1.6.1. 3 manieren van kennisrepresentatie : inactive, iconic, symbolic
1.6.2. fasen hoeven niet noodzakelijk in zelfde volgorde
1.6.3. ontdekkend leren
1.7. Vygotski
1.7.1. leren gebeurt in interactie met anderen
1.7.2. cultuur (sociale omgeving) en taal zijn van belang
1.7.3. internalisatie, zone van de naaste ontwikkeling, interactie binnen de zone van naaste ontwikkeling
1.8. situated cognition
1.8.1. kennis als levende praktijk
1.8.2. communities of practice
1.8.2.1. legitimate peripheral participation
1.8.2.2. leertrajecten : peripheral, inbound, insider, bounding, outbound
1.8.3. cognetive apprenticeship, anchored instruction, learning communities en assesment in-situ
2. over leren, leertheorieën en kennis
2.1. leren = verandering van prestaties en prestatievermogens
2.2. resultaten, middelen en inputs
2.3. objectivisme en interpretivisme
3. behaviorisme
3.1. positive reinforcement, negative reinforcement, straffen (punishment) en reinforcement removal
3.1.1. reinforcement removal : extincion, response cost, time-out
3.2. Premack principe
3.3. leren door shaping, chaining, discrimination learning en fading
3.4. schema's van bekrachtiging : fixed of variable, ratio of time
3.5. token economy, contingency contracts, personal system of instruction (PSI)
4. cognitivisme
4.1. Cognitive Information Processing
4.1.1. input (sensorisch geheugen)-verwerking (werkgeheugen naar langetermijngeheugen)-output (vanuit langetermijngeheugen)
4.1.2. selective attention
4.1.3. automaticity en pattern recognition
4.1.4. chunking
4.1.5. rehearsal en encoding (werkgeheugen)
4.1.6. ophalen van info uit LTG : recall (free en cued), recognition (thuisbrengen) en encoding specifity principle (zelfde plaats, zelfde tijd)
4.1.6.1. vergeten :
4.1.7. vergeten : failure to encode, failure to retrieve
4.2. meaningful learning (Ausubel)
4.2.1. discovery learning, reception learning
4.2.2. rote learning en meaningful learning
4.2.3. belang van vroegere kennis
4.2.4. 'body of knowledge' met ankerideeën
4.2.4.1. subsumption
4.2.4.2. superordinate learning en combinational learning
4.2.5. leeftijd en cultuur
4.2.6. comperative organizer
4.2.7. progressive differentiation
4.3. schema-theorie
4.3.1. actieve data-organisatie
4.3.1.1. mental models
4.3.1.2. 3 processen : accretion, tuning, restructuring
4.3.2. schema signals : aanspreken vroegere kennis
4.3.3. advance organizers
4.3.4. conceptual and pedagogical models
4.3.5. transfer