Myceense beschaving (= Helladische beschaving)

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Myceense beschaving (= Helladische beschaving) Door Mind Map: Myceense beschaving (= Helladische beschaving)

1. ca. 1600-1100 v.C. (Late Bronstijd)

1.1. halve millennium => enorm groot erfgoed opgebouwd

1.2. Myceense beschaving was belangrijke cultuur in Griekenland

2. opgravingen

2.1. Duitser Heinrich Schliemann => begon tussen 1874 & 1876

2.2. Engelsman Michael Ventris => ontcijferde Lineair B-schrift

2.3. toont aan dat de dragers Grieken waren & godsdienst niet intentiek aan Minoïsche

3. ontcijfering Lineair B-schrift

3.1. GODSDIENST: de bekende goden vereerd door Myceners

3.1.1. bewijst dat de Griekse mythen en sagen daarvan afstammen

4. oversteek naar Kreta

4.1. 1400 v.C. => Myceners ( of Achaeërs) sterk genoeg georganiseerd

4.2. maakten einde aan Kretenzische heerschappij i/h oosten

4.3. uitgebreide handelsbetrekkingen: met het Midden-Oosten & Zuid-Italië + Sicilië

4.4. rond 1400 v.C.

5. einde

5.1. tussen 1200 en 1100 v.C. door inval Doriërs

5.2. men spreekt van brandcatastrofe

5.3. Doriërs: ijzeren wapens; hadden voordeel in gevechten

5.4. cultuur lag stil; Griekenland kwam tussen 1200 en 1100 v.C. terecht in "duistere eeuwen"

6. maatschappij

6.1. 1400 v.C. => Myceners heersten over groot deel Middellandse Zee dankzij contact met Kreta

6.2. Myceense beschaving was welvarend, Myceners waren krijgsvolk en bevestigd op vaste plaatsen, dreven handel, plunderden voor de kost, bedreven landbouw

7. kunst

7.1. gouden masker van Agamemnon

7.2. gekenmerkt door oorlogstaferelen; wapens vaak versierd met jacht- en oorlogstaferelen

8. architectuur

8.1. ze houden nederzettingen

8.2. rijkdom was groot en ze leefden in roerige tijd; ze beschermde stad met metersdikke muren

8.3. rijkdom kwam tot uiting in paleizen

8.3.1. megaron (= troonzaal van koning)

8.4. stenen huizen en paleizen versierd met fresco's

9. begrafenissen

9.1. normale mensen: eerst metersdiepe schachtgraven later kamergraven (uitgehouwen in rotsen)

9.2. rijke mensen: koepelgarven (= tholosgraven)

10. conclusie

10.1. Minoïsche beschaving had invloed op Myceense beschaving doordat de Myceners opdrachten gaven aan hen