Voorbereiden Intake WG K

1. Vraag 1: -Kennis maken. -Globaal beeld krijgen/inzicht krijgen in de hulpvraag en het probleem.

2. Doel: hulpvraag duidelijk krijgen, wederzijds belangen, traject, compleet mogelijk plaatje krijgen van kind/context.

3. 3: Oma kortgeleden overleden. Leesproblemen aan vaders kant van de familie,

4. open houding, ouders zijn expert over hun eigen kind.

5. Vraag 2: -Als ervaringsdeskundige van het kind (je bent afhankelijk van de ouders en leerkracht(en)). -Samenwerken, op één niveau zitten met hetzelfde doel (het beste voor het kind). -Open houding.

6. Vraag 3. -Open antwoorden. -Relatie met leerkracht -Dyslexie? -Oma is overleden -Niet beschreven wanneer probleem ontstond.  -Driftig worden. -Liep blauw bij geboorte. -Niet graag naar school gaan. -Concentratie?

7. niet alles ingevuld, oma overleden, moeizame bevalling, waarom visolie voor de concentratie? Driftig gedrag. Verminderde sociale contacten.

8. Motorisch sneller dan verbaal, maar geen enorme afwijkingen, lijkt te passen binnen normale ontwikkeling.

9. Tijdsperiode waarin problemen zich voordoen. Wat gaat er thuis en op school nog wel goed? Aanpak van de juf. Concentratie, driftbuien, daarin ook in tijdsperiode. hoelang al problemen bij lezen etc.

10. Vraag 4. -Eerste woordjes wel laat.

11. Vraag 5. -Schoolresultaten -Concentratie? -Ontwikkeling na de geboorte -Relatie tussen de ouders. -Klassensituatie in de jaren ervoor.

12. 4: Geen bijzonderheden in de vroege ontwikkeling.

13. Vraag 2: Open, Vertrouwensband opbouwen, verwachtingen aanhoren ouders, vooral een luisterende rol, zoveel mogelijk informatie vergaren.

13.1. Vraag 3: Oma overleden, leesproblemen, gedrag, lichamelijke klachten (buikpijn), bijzonderheden bij geboorte (vervuiling in vruchtwater, te laat geboren), ze gaat minder met andere kinderen om dan eerst, onzeker.

13.1.1. Vraag 4: De geboorte was wel bijzonder.

14. 1: Inventariseren van de context en de problematiek

15. Vraag 1: Completer beeld krijgen van de situatie met hulpvraag.

15.1. Vraag 5: Dieper doorvragen op haar leesproblemen, andere bijzondere gebeurtenissen op school die aanleiding geweest kunnen zijn voor haar gedragsveranderingen, de relatie tussen leraar en leerling, IQ, dyslexie,

15.2. Vraag 6: Aan de leraar: alle vragen rondom school, aan de orthopedagoog: IQ, dyslexie, Aan ouders: bijzondere gebeurtenissen nog wat dieper uitvragen.

16. 2: Ouders benaderen als ervaringsdeskundige van hun kind. Leraar heeft belangrijke informatie over de situatie op school.

17. 5/6: Band met oma: ouders, sinds wanneer is ze driftig , wat voor gedrag laat ze dan zien: ouders+ leerkrachten. Hoe laat ze zien dat ze angstig, In welke situaties heeft ze hoofdpijn/buikpijn